In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 12 februari 2020, wordt het verzoek van twee vaders om hun juridische ouderschap van twee minderjarigen, geboren via een draagmoeder in de Verenigde Staten, erkend. Verzoekers, die een duurzame affectieve relatie hebben en meer dan drie jaar samenwonen, hebben een overeenkomst gesloten met een draagmoeder en haar echtgenoot, waarbij de draagmoeder een kind voor hen zou dragen. De bevruchting vond plaats via in vitro fertilisatie met gebruik van een eiceldonor en sperma van verzoeker 1. De minderjarigen zijn geboren in Illinois, VS, en op de geboorteaktes zijn verzoeker 1 en verzoeker 2 als ouders vermeld. De Circuit Court of the State of Cook County heeft op 5 april 2018 verklaard dat verzoekers de juridische ouders zijn van de minderjarigen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Amerikaanse geboorteaktes en de uitspraak van de Circuit Court niet in strijd zijn met de Nederlandse openbare orde, ondanks dat de Nederlandse wetgeving momenteel geen regeling voor draagmoederschap kent. De rechtbank oordeelt dat de erkenning van de Amerikaanse documenten in het belang van de minderjarigen is, omdat dit hen in staat stelt hun afstamming te kennen. De rechtbank gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand in Den Haag om de Amerikaanse geboorteaktes in te schrijven en een latere vermelding toe te voegen over de uitspraak van de Circuit Court. De overige verzoeken van verzoekers zijn afgewezen, omdat het primaire verzoek is toegewezen.
Deze uitspraak is van belang voor de juridische erkenning van ouderschap in situaties van hoogtechnologisch draagmoederschap, vooral in het licht van de veranderende maatschappelijke opvattingen over gezinsstructuren en ouderschap.