ECLI:NL:RBAMS:2020:1542

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 februari 2020
Publicatiedatum
6 maart 2020
Zaaknummer
679126 // FA RK 20-416
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging na voortzetting crisismaatregel toegewezen

Op 17 februari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1974 te Nieuw-Zeeland, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De beschikking volgde op een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoekschrift was op 30 januari 2020 ingediend, vergezeld van relevante bijlagen, waaronder een medische verklaring en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 februari 2020, die plaatsvond in het Amsterdam UMC, werd betrokkene bijgestaan door zijn advocaat en een tolk. De behandelend psychiater en arts waren ook aanwezig.

Betrokkene ontkende mentale problemen te hebben en verklaarde bereid te zijn om op vrijwillige basis mee te werken aan zorg. De advocaat van betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar de behandelend psychiater gaf aan dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, vermoedelijk schizofrenie, en dat er ernstige zorgen waren over zijn toestand. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel te voorkomen.

De rechtbank oordeelde dat de criteria voor verplichte zorg volgens de Wvggz waren vervuld en verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals toediening van vocht, voeding en medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid, toezicht en opname in een accommodatie. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter P.B. Martens en is op 24 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: 679126 / FA RK 20-416
kenmerk: OMZ399131
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 17 februari 2020van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1974 te Nieuw-Zeeland,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. N. de Vos te Amsterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 30 januari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring d.d. 28 januari 2020;
  • het zorgplan inclusief de bijlagen d.d. 21 januari 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur, bedoeld in artikel 5:15;
  • de gegevens, bedoeld in artikel 5:4, eerste lid, onderdelen b en c;
  • het door de geneesheer-directeur opgestelde voorstel voor een zorgmachtiging;
  • een uittreksel uit het in artikel 391 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde curateleregister.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 februari 2020, in het Amsterdam UMC, locatie AMC, afdeling medisch psychiatrische unit (MPU).
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat en mevrouw C.C. Antonio als tolk in de Engelse taal;
- mevrouw M.S. Oudijn, behandelend psychiater;
- de heer J. de Jong, behandelend arts.
1.3.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is
.

2.De standpunten

2.1.
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij op het moment fysieke problemen heeft. Hier heeft hij hulp voor nodig. Betrokkene ontkent mentale problemen te hebben. Hij verklaart voorts geen contact meer te hebben met zijn familie. Zij belichten ook slechts één kant van het verhaal, waardoor de situatie in het verleden ernstiger lijkt dan deze daadwerkelijk is.
De advocaat van betrokkene bepleit afwijzing van het onderhavige verzoek. Volgens betrokkene is er geen sprake van een psychiatrische stoornis. Daarnaast is betrokkene bereid op vrijwillige basis mee te werken. Deze omstandigheden brengen mee dat de noodzaak voor een zorgmachtiging ontbreekt.
2.2.
De behandelend psychiater heeft desgevraagd verklaard dat betrokkene nu enkele weken bij hen verblijft nadat hij twee ernstige ongelukken heeft gehad. De behandelend psychiater en betrokkene verschillen van mening over de oorzaak van deze ongelukken. De behandelaars zijn van mening dat de ongelukken veroorzaakt zijn nu betrokkene last had van waanideeën. Er is ook contact geweest met twee zussen van betrokkene in Nieuw-Zeeland, hierdoor zijn ook zorgen gerezen over het psychisch toestandsbeeld van betrokkene. Hoewel betrokkene vrijwillig meewerkt aan zijn somatische zorg, bestaat bij de behandelend psychiater twijfel of er ook sprake is van een consistente bereidheid mee te werken aan zorg voor zijn psychische gesteldheid. Een zorgmachtiging met de vormen van verplichte zorg als genoemd in de medische verklaring is daarom noodzakelijk voor de komende periode van maximaal 6 maanden.

3.Beoordeling

3.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, meest waarschijnlijk schizofrenie.
3.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in
:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige verwaarlozing; en
  • maatschappelijke teloorgang.
3.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
3.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene; en
  • opnemen in een accommodatie.
3.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.6.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.7.
Hetgeen namens betrokkene als verweer is aangevoerd doet aan het voorgaande niet af. De rechtbank is met de artsen van oordeel dat sprake is van een psychische stoornis, ook al is betrokkene een andere mening toegedaan. Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel, hetgeen zich ook al heeft verwezenlijkt, getuige het ernstige letsel dat betrokkene heeft opgelopen. Betrokkene verzet zich niet tegen medische verzorging van zijn letsel, maar gelet op de ontkenning van zijn psychische stoornis zal hij dit vermoedelijk wel doe als het op andere zorg aankomt. Voorts beschikt betrokkene in Nederland over geen enkel steunsysteem. Ook heeft hij geen huisvesting of bron van inkomsten. Gelet op het vorenstaande is het daarom naar het oordeel van de rechtbank noodzakelijk, dat de behandelaars in het kader van het herstel van betrokkene het laatste woord zullen hebben.
3.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

4.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1974 te Nieuw-Zeeland, inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie voor de duur van zes maanden;
  • beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van zes maanden;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van zes maanden; en
  • opnemen in een accommodatie voor de duur van zes maanden.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 17 augustus 2020.
Deze beschikking is op 17 februari 2020 mondeling gegeven door mr. P.B. Martens, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door J.M. Vos als griffier en op 24 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.