Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Procesgang
2.Inhoud van het klaagschrift
3.Standpunt van het Openbaar Ministerie
4.De beoordeling
5.De beslissing
ongegrond.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 februari 2020 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Het klaagschrift was ingediend door een klager, die niet de beslagene was, en strekte tot teruggave van een in beslag genomen personenauto, een Tesla X. De auto was in beslag genomen op 18 september 2019, omdat de beslagene, [beslagene], verdacht werd van het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de auto eigendom was van de onderneming van de klager, die afhankelijk was van het voertuig voor haar bedrijfsvoering.
De officier van justitie, mr. P van Laere, heeft zich verzet tegen de teruggave van de auto, verwijzend naar een eerdere uitspraak van de politierechter op 29 oktober 2019, waarin was beslist dat de auto moest worden teruggegeven aan de leasemaatschappij, [naam leasemaatschappij] B.V. De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat de leasemaatschappij redelijkerwijs als rechthebbende van de auto moet worden beschouwd, en dat het klaagschrift ongegrond is. De klager is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.
De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en er staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.