ECLI:NL:RBAMS:2020:1113
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve toetsing van consumentenrechtelijke vorderingen en informatieverplichtingen bij koop op afstand
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 7 februari 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Direct Pay Services B.V. (eisende partij) en een consument (gedaagde partij). De eisende partij vorderde betaling van € 315,56, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een koopovereenkomst die zou zijn gesloten tussen de partijen. De gedaagde partij heeft echter niet gereageerd op de dagvaarding en de eisende partij heeft niet voldaan aan de wettelijke informatieverplichtingen die voortvloeien uit het consumentenrecht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet voldeed aan de eisen van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), omdat de eisende partij niet voldoende feiten en gronden heeft aangevoerd ter onderbouwing van haar vordering. De rechter heeft de eisende partij in de gelegenheid gesteld om het bijgevoegde informatieformulier in te vullen en de benodigde stukken in het geding te brengen, maar ook na deze gelegenheid heeft de eisende partij niet aangetoond dat zij aan de wettelijke precontractuele informatieverplichtingen heeft voldaan.
De rechter heeft geconcludeerd dat de eisende partij niet heeft aangetoond dat de gedaagde partij op de juiste wijze is geïnformeerd over de overeenkomst en de bijbehorende rechten, zoals het recht op ontbinding. De vordering is daarom afgewezen, waarbij de kantonrechter benadrukte dat ook bij erkende vorderingen de rechter de verplichting heeft om ambtshalve te toetsen of aan de consumentenrechtelijke vereisten is voldaan. De eisende partij is in de proceskosten veroordeeld, die aan de zijde van de gedaagde partij zijn begroot op nihil.