ECLI:NL:RBAMS:2019:9712
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter wegens vermeende vooringenomenheid
In deze zaak heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam op 11 december 2019 een verzoek tot wraking van mr. B.C. Langendoen, bestuursrechter te Amsterdam, behandeld. Het verzoeker, die in een andere zaak onder zaaknummer AMS 18/7731 BRP door deze rechter werd behandeld, heeft op 10 december 2019 schriftelijk verzocht om wraking. De verzoeker stelde dat hij met de rechter niets te maken wilde hebben, omdat hij in 2016 de rechtszaal had verlaten omdat de rechter niet in staat bleek haar taak naar behoren te vervullen.
De Wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat wraking van een rechter alleen mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De verzoeker heeft echter geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen die objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid van de rechter zouden kunnen onderbouwen. De enkele stelling dat de verzoeker niet met de rechter wil samenwerken, is onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van vooringenomenheid.
Daarom heeft de Wrakingskamer het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de mondelinge behandeling niet doorgaat. De beslissing is genomen zonder dat er een rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak.