ECLI:NL:RBAMS:2019:9318

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 december 2019
Publicatiedatum
16 december 2019
Zaaknummer
13/196186-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met minderjarige en bezit van kinderporno door verdachte

Op 17 december 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige en het bezit van kinderporno. De verdachte, geboren in 2001, werd ervan beschuldigd in de periode van 1 april 2018 tot en met 30 september 2018 ontuchtige handelingen te hebben gepleegd met een 14-jarig meisje, dat toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de penis in de vagina van het slachtoffer heeft gebracht, wat als ontuchtig werd aangemerkt. De rechtbank overwoog dat er sprake was van een aanzienlijk leeftijdsverschil en dat de handelingen niet plaatsvonden op basis van gelijkwaardigheid.

Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het bezit van een kinderpornografische video, die op zijn telefoon was aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voorwaardelijk opzet had op het bezit van deze afbeeldingen, aangezien hij verantwoordelijk was voor de inhoud van zijn telefoon. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan beide feiten, maar sprak hem vrij van een derde ten laste gelegd feit, omdat er onvoldoende bewijs was voor diefstal.

De rechtbank legde een werkstraf van 120 uur op, met de mogelijkheid van vervangende jeugddetentie van 60 dagen, en een voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden met bijzondere voorwaarden. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat er geen straf of maatregel was opgelegd ten aanzien van het derde feit.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Team Familie & Jeugd
Parketnummer: 13/196186-19
Datum uitspraak: 17 december 2019
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de zaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortdag] 2001,
wonende op het adres [adres verdachte] .
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 december 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.L.A. Ter Veer en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. R. Pothast, naar voren hebben gebracht.
Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van wat naar voren is gebracht door mevrouw [naam] , namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
Tevens zijn ter terechtzitting verschenen de moeder van de benadeelde partij [slachtoffer 1] en haar advocaat mr. M.L. Spekschoor.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is -na ter terechtzitting toegestane wijziging- ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 april
2018 tot en met 30 september 2018 te Amsterdam, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met
[slachtoffer 1] , geboren op 3 februari 2004, die toen de leeftijd van twaalf
jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een
of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden
uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft/hebben
hij, verdachte en/of zijn mededader eenmaal of meermalen de penis in
de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] geduwd en/of gedrukt en/of
gebracht en/of gehouden;
(art 245 Wetboek van Strafrecht, art 248 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op 23 april 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een
(video)film (Filename: [naam bestand] ), aangetroffen op een Apple
iPhone (type 6s), bevattende kinderpornografische afbeeldingen en/of
(webcam)films/video's, te weten (digitale) afbeeldingen/foto's en/of
video's en/of (webcam)films van een of meer (deels) naakt(e) kind(eren)
tussen de 4 en 6 jaar oud die seksuele gedraging(en) met zichzelf en/of
met andere perso(o)n(en) verrichten en/of laten verrichten en/of die op
zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld dat dit kennelijk (mede)
bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken, bestaande die seksuele
gedraging(en) onder meer hier uit:
- De film is met geluid en heeft een duur van 32 seconden. In de film is
een logo zichtbaar van [naam 2] . Rechts bovenin is een (deel van een)
slecht leesbaar webadres zichtbaar. Tijdens de film is muziek te horen.
De film is een compilatie van aan elkaar geplakte beelden, waarin
telkens een (jong-)volwassen Aziatische vrouw en een Aziatisch jongetje
met een geschatte leeftijd tussen 4 en 6 jaar te zien zijn.
- Bij het eerste shot is te zien dat de vrouw wijdbeens onderuitgezakt op
een bank zit. Zij is ongekleed, behoudens een BH. Tussen haar benen
staat het jongetje, naakt, met zijn rug naar de camera toe en met zijn
kruis bij de vagina van de vrouw. De vrouw heeft haar armen om het
jongetje geslagen en kust het jongetje met gesloten ogen op de mond.
Het jongetje maakt snelle op en neer gaande (rij-)bewegingen tegen de
vagina van de vrouw.
- In het volgende shot zijn beiden naakt en draagt de vrouw dezelfde
BH. De vrouw ligt op haar rug op een bed met haar benen omhoog en
het jongetje zit op zijn knieën tussen haar benen en heeft deze beide
vast bij de bovenbenen. Het jongetje maakt op en neer gaande
(penetrerende) bewegingen en lijkt de vrouw te penetreren.
- Vervolgens zijn er twee snelle shots te zien, waarin het jongetje op zijn
rug ligt en de vrouw boven hem zit en haar naakte vagina naar de mond
van het jongetje brengt terwijl zij het hoofd vasthoudt.
- Vervolgens is er een snel shot te zien, waarin de vrouw op haar knieën
en handen zit en het jongetje zijn penis van achteren naar de vagina van
de vrouw brengt terwijl hij haar billen vasthoudt.
- Dan volgt er een shot, waarin de vrouw bij het op zijn rug liggende
jongetje zit en aan zijn penis trekt.
- Daarna volgt er een shot, waarin het jongetje de vrouw van achter
(vaginaal) penetreert.
- Daarna volgen meerdere snel opeenvolgende shots waarin het jongetje
de vrouw, die op haar rug ligt, vaginaal penetreert of lijkt te penetreren
met zijn penis, en haar borsten kneedt.
- Dan volgt er een shot waarin de vrouw en het jongetje hand in hand
naar de douche lopen. Daar betasten ze elkaars geslachtsdelen en
billen/borsten. Te zien is dat de vrouw knielt en zuigt aan de penis van
het jongetje.
- Tenslotte verschijnt een tekst in beeld “Support [naam 2] Bij Purchasing
Full Movie”,
bij welke vorenbedoelde video en/of (webcam)film een persoon die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was
betrokken of schijnbaar was betrokken, heeft aangeboden en/of openlijk
tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of verworven
en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een
communicatiedienst (te weten via een of meer mobiele telefoons en/of
een computer en/of via chat(s) en/of via e-mail en/of via whatsapp) de
toegang heeft verschaft;
(art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3.
Primair:
hij op of omstreeks 02 december 2018 te Amsterdam, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een
woning (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen
- een telefoon (merk Apple, type iPhone 6) en/of
- een of meer laptop(s) (merk Acer One 10 en/of Toshiba R40) en/of
- een jukebox (merk Party/Bluetooth) en/of
- een portemonnee (met daarin een of meerdere pas(sen) en/of
geldbedrag(en)),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s);
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van
Strafrecht)
Subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 2december2018 tot en met 23 april 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer goederen (te weten een telefoon (merk Apple, type Iphone 6) en/of een of meer laptop(s) (merk Acer One 10 en/of Toshiba R40) en!of een jukebox (merk Party/Bluetooth) en/of een portemonnee (met daarin een of meerdere pas(sen) enlofgeldbedragen)) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij enlof zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

2.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

3.Waardering van het bewijs

De rechtbank acht -met de raadsman en anders dan de officier van justitie- niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 3 ten laste is gelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. Uit het dossier blijkt weliswaar dat er spullen zijn weggenomen uit een woning waar verdachte heeft verbleven, maar er zijn onvoldoende feiten en omstandigheden op grond waarvan kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, dan wel heling van deze spullen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
op tijdstippen in de periode van 1 april 2018 tot en met 30 september 2018 te Amsterdam met [slachtoffer 1] , geboren op 3 februari 2004, die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, de penis in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] gebracht.
2.
op 23 april 2019 te Amsterdam een video, Filename: [naam bestand] , aangetroffen op een Apple iPhone, type 6s, bevattende een kinderpornografische video, te weten een video van een kind tussen de 4 en 6 jaar oud die seksuele gedragingen met een andere persoon verricht en die op zodanige wijze is afgebeeld dat dit kennelijk
bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken, bestaande die seksuele
gedragingen onder meer hier uit:
- De film is met geluid en heeft een duur van 32 seconden. In de film is een logo zichtbaar van [naam 2] . Rechts bovenin is een (deel van een) slecht leesbaar webadres zichtbaar. Tijdens de film is muziek te horen. De film is een compilatie van aan elkaar geplakte beelden, waarin telkens een (jong-)volwassen Aziatische vrouw en een Aziatisch jongetje met een geschatte leeftijd tussen 4 en 6 jaar te zien zijn.
- Bij het eerste shot is te zien dat de vrouw wijdbeens onderuitgezakt op een bank zit. Zij is ongekleed, behoudens een BH. Tussen haar benen staat het jongetje, naakt, met zijn rug naar de camera toe en met zijn kruis bij de vagina van de vrouw. De vrouw heeft haar armen om het jongetje geslagen en kust het jongetje met gesloten ogen op de mond. Het jongetje maakt snelle op en neer gaande (rij-)bewegingen tegen de vagina van de vrouw.
- In het volgende shot zijn beiden naakt en draagt de vrouw dezelfde BH. De vrouw ligt op haar rug op een bed met haar benen omhoog en het jongetje zit op zijn knieën tussen haar benen en heeft deze beide vast bij de bovenbenen. Het jongetje maakt op en neer gaande (penetrerende) bewegingen en lijkt de vrouw te penetreren.
- Vervolgens zijn er twee snelle shots te zien, waarin het jongetje op zijn rug ligt en de vrouw boven hem zit en haar naakte vagina naar de mond van het jongetje brengt terwijl zij het hoofd vasthoudt.
- Vervolgens is er een snel shot te zien, waarin de vrouw op haar knieën en handen zit en het jongetje zijn penis van achteren naar de vagina van de vrouw brengt terwijl hij haar billen vasthoudt.
- Dan volgt er een shot, waarin de vrouw bij het op zijn rug liggende jongetje zit en aan zijn penis trekt.
- Daarna volgt er een shot, waarin het jongetje de vrouw van achter (vaginaal) penetreert.
- Daarna volgen meerdere snel opeenvolgende shots waarin het jongetje de vrouw, die op haar rug ligt, vaginaal penetreert of lijkt te penetreren met zijn penis, en haar borsten kneedt.
- Dan volgt er een shot waarin de vrouw en het jongetje hand in hand naar de douche lopen. Daar betasten ze elkaars geslachtsdelen en billen/borsten. Te zien is dat de vrouw knielt en zuigt aan de penis van het jongetje.
- Tenslotte verschijnt een tekst in beeld “Support [naam 2] Bij Purchasing Full Movie”,
bij welke vorenbedoelde video een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, in bezit heeft gehad.
Overweging ten aanzien van feit 1:
De rechtbank is -met de officier van justitie en anders dan de raadsman- van oordeel dat het dossier voldoende feiten en omstandigheden bevat op grond waarvan kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het seksueel binnendringen van een minderjarige onder de zestien.
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken, omdat er geen sprake is van strafbare ontuchtige handelingen in de zin van artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht. Volgens de raadsman zijn de handelingen 'an sich' niet in strijd met de sociaal-ethische norm en heeft het seksueel gedrag plaatsgevonden tussen leeftijdsgenoten.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat er wel sprake was van ontucht en dat het feit bewezen kan worden verklaard. Volgens de officier van justitie was er geen sprake van gelijkwaardigheid en vrijwilligheid. Tussen verdachte en het slachtoffer bestond een leeftijdsverschil van drie jaar, zij hadden geen affectieve relatie en het slachtoffer was een kwetsbaar meisje.
De rechtbank overweegt dat artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht strekt tot bescherming van jeugdigen tussen de 12 en 16 jaar tegen misbruik van hun afhankelijkheid en kwetsbaarheid door anderen en tegen handelingen en verhoudingen die schade aan hen toebrengen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever handelingen van seksuele aard strafbaar heeft willen stellen, voor zover die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. Hiervan is pas sprake wanneer deze handelingen als ontuchtig worden aangemerkt. Bij de beoordeling of daarvan sprake is, zijn de mate van (on)vrijwilligheid, de mate van (on)gelijkwaardigheid in de onderlinge relatie, de aard van de seksuele handelingen en de context waarin deze plaatsvonden van belang. Het is aan de feitenrechter om alle omstandigheden van het geval te wegen en te waarderen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte heeft bekend dat hij seksuele handelingen heeft verricht bij het slachtoffer, toen zij nog geen 16 jaar oud was. Volgens verdachte heeft hij zijn penis in de vagina van het slachtoffer gebracht. De rechtbank acht bewezen dat dit seksueel contact tussen verdachte en het slachtoffer een ontuchtig karakter had en zal dit toelichten.
Verdachte was ten tijde van de seksuele handelingen 17 jaar en het slachtoffer 14 jaar. Op die leeftijd is drie jaar een aanzienlijk leeftijdsverschil. Zoals ook uit de jurisprudentie blijkt, zal bij een aanzienlijk leeftijdsverschil tussen de jeugdige en de dader al snel sprake zijn van seksuele handelingen in strijd met de sociaal-ethische norm en dus van ontucht, ook al zou het initiatief daartoe door de jeugdige zelf genomen zijn, waarvan in dit geval geen sprake is.
De rechtbank heeft ook de volgende omstandigheden meegewogen. Het slachtoffer heeft op initiatief en aandringen van verdachte seksuele handelingen met hem verricht. Tussen verdachte en het slachtoffer bestond geen affectieve relatie. Zij kenden elkaar enkel uit de buurt en wisten niet veel van elkaar. Na dit seksuele contact hebben verdachte en het slachtoffer ook geen seksueel of vriendschappelijk contact meer gehad. Het slachtoffer zou naar eigen zeggen geen seks met verdachte hebben gewild . De bijzondere bescherming die de wet het slachtoffer als jeugdige biedt, maakt overigens dat de eventuele instemming van het slachtoffer in dit specifieke geval het ontuchtig karakter niet weg zou nemen.
De rechtbank is van oordeel dat uit het voorgaande blijkt dat er geen sprake is geweest van seksueel contact op basis van gelijkwaardigheid. De seksuele handelingen tussen verdachte en het slachtoffer passen, naar hun aard en de geschetste omstandigheden waaronder zij hebben plaatsgevonden, niet binnen het experimenteren dat jongeren van deze leeftijd doen op seksueel gebied en hiermee is de sociaal-ethische norm dus overschreden. Daarmee is er sprake van strafbare gedragingen door verdachte. Nu de verklaringen in het dossier wisselend zijn ten aanzien van het al dan niet samen handelen van verdachte met de medeverdachte [medeverdachte] , acht de rechtbank het medeplegen van ontucht niet bewezen.
Overweging ten aanzien van feit 2:
De rechtbank is -met de officier van justitie en anders dan de raadsman- van oordeel dat het dossier voldoende feiten en omstandigheden bevat op grond waarvan kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van kinderporno.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet weet hoe de video met kinderpornografische afbeeldingen op zijn telefoon terecht is gekomen. Het kan zijn dat hij zijn telefoon heeft uitgeleend of dat de video via Whatsapp meteen in de fotogalerij is beland.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte in ieder geval voorwaardelijk opzet heeft gehad op het bezit van bedoelde afbeeldingen. De voorwaarde dat verdachte wetenschap moet hebben gehad van het feit dat de afbeeldingen kinderpornografisch van aard zijn, wordt door de wet immers niet gesteld. De opzet die vereist is voor een bewezenverklaring op grond van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht is niet gericht op de kinderpornografische aard van de afbeeldingen, maar op het in het bezit hebben van de afbeeldingen. Bewezen kan worden dat hiervan sprake was. De telefoon van verdachte was in zijn bezit en hij was daarmee verantwoordelijk voor de inhoud daarvan. De verklaring van verdachte dat hij zijn telefoon kan hebben uitgeleend, wordt niet nader onderbouwd. Bovendien maakt het verplaatsen van de video in een andere map van de telefoon het bezit niet anders. Verdachte heeft derhalve bewust het risico op de koop toe genomen dat hij op zijn telefoon een video met kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit kreeg, waarmee hij naar het oordeel van de rechtbank de beschikkingsmacht over deze afbeeldingen kreeg en de video derhalve opzettelijk in zijn bezit had.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

4.Bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straffen

De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar onder 1, 2 en 3 primair bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur, subsidiair 60 dagen jeugddetentie, met aftrek van voorarrest, alsmede een voorwaardelijke jeugddetentie van drie maanden, met een proeftijd van twee jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad, met de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden.
De raadsman heeft aangevoerd dat bij een veroordeling aan verdachte een werkstraf dient te worden opgelegd.
De rechtbank ziet aanleiding om bij de strafoplegging acht te slaan op de afspraken zoals deze ten aanzien van een aantal delictsgroepen zijn neergelegd in de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting jeugd, welke dienen ter bevordering van de rechtseenheid in de strafoplegging en regelmatig worden geactualiseerd. Bij de vaststelling van deze oriëntatiepunten wordt uitgegaan van het modale feit gepleegd door een first offender. Bij de eerste keer recidive kan een verhoging worden toegepast van maximaal 50% of een andere strafmodaliteit. Bij verdere recidive kan een verhoging worden toegepast van meer dan 50% of een andere strafmodaliteit.
In de onderhavige zaak geldt als uitgangspunt voor strafoplegging dat ten aanzien van het seksueel binnendringen van een kind een jeugddetentie van zes maanden kan worden opgelegd. Ten aanzien van het bezit van kinderporno is er geen uitgangspunt voor strafoplegging, maar de rechtbank neemt als uitgangspunt dat ook hiervoor jeugddetentie kan worden opgelegd.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich als 17-jarige schuldig gemaakt aan het verrichten van ontuchtige handelingen met een 14-jarig meisje dat hij nauwelijks kende. Hij heeft seks met haar gehad door met zijn penis in haar vagina te dringen. De wetgever heeft ervoor gekozen dit soort feiten strafbaar te stellen, ter bescherming van jeugdigen, omdat zij onvoldoende zijn toegerust om op dit gebied weloverwogen beslissingen te nemen en de gevolgen van dergelijke handelingen nog niet kunnen overzien. Door zijn handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het minderjarige slachtoffer. Hij heeft, ter bevrediging van zijn eigen lustgevoelens, seksuele handelingen met het slachtoffer verricht. Het slachtoffer heeft, zo volgt uit de slachtofferverklaring die haar moeder ter terechtzitting heeft voorgelezen, het feit en de (psychische) gevolgen ervan als ingrijpend ervaren. Daarnaast heeft verdachte een kinderpornografische video in zijn bezit gehad. Hiermee heeft hij een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de markt voor deze beelden en is hij indirect medeverantwoordelijk voor het misbruik van kinderen, die worden gedwongen tot het poseren voor dergelijke afbeeldingen en de daarbij behorende seksuele handelingen. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen hierdoor psychische schade kunnen oplopen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een Uittreksel Justitiële Documentatie van 20 november 2019. Hieruit blijkt dat verdachte meermalen is veroordeeld wegens vermogensdelicten en recentelijk ten aanzien van het bezit van kinderporno schuldig is verklaard zonder oplegging van een straf of maatregel.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van het rapport van de Raad van 20 november 2019.
De Raad heeft ter zitting het advies uit het rapport bevestigd, inhoudende dat aan verdachte een deels voorwaardelijke jeugddetentie wordt opgelegd met als bijzondere voorwaarden (kortgezegd) het hebben van een dagbesteding, het meewerken aan begeleiding en het meewerken aan een persoonsonderzoek, met toezicht en begeleiding door de volwassenen reclassering en de dadelijk uitvoerbaarheid van de voorwaarden. Volgens de Raad werkt verdachte niet mee met de hulpverlening, waardoor er geen zicht is op hem. De zorgen over hem overheersen. Hij heeft geen dagbesteding en hij is zelfbepalend. Het gaat om zeer ernstige feiten en er is sprake van seksueel overschrijdend gedrag. Er zijn zorgen over de psycho-seksuele ontwikkeling van verdachte en zijn omgang met vrouwen. Gezien de feiten, is er kans op recidive. Verdachte heeft behandeling nodig. Een werkstraf is niet meer passend, want hij heeft daar niets van geleerd.
Met de officier van justitie en anders dan de Raad ziet de rechtbank wel aanleiding om een werkstraf op te leggen met daarnaast eenvoorwaardelijke jeugddetentie van na te melden duur met daaraan verbonden de door de Raad voorgestelde voorwaarden. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de ernst van de feiten en de oriëntatiepunten, het strafblad van verdachte en het advies van de Raad.
De rechtbank ziet geen aanleiding om te bevelen dat de hierna te stellen voorwaar-den en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn, nu verdachte niet eerder is veroordeeld wegens een geweldsdelict.
Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert € 350,-- aan materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat aan verdachte geen straf of maatregel is opgelegd ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht niet is toegepast.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg, 240b en 245 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

9.Beslissing

Verklaart het onder 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 bewezen geachte:
Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
Ten aanzien van het onder 2 bewezen geachte:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig)uren, met aftrek van de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
Beveelt dat, als de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 60 (zestig) dagen.
Veroordeelt verdachte voorts tot een
jeugddetentie van 2 (twee) maanden.
Beveelt dat deze straf
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden.
Stelt de
proeftijdvast op 2 (twee) jaar onder de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit,
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- een dagbesteding heeft in de vorm van een opleiding of werk;
- meewerkt aan begeleiding vanuit Streetcornerwork;
- meewerkt aan een persoonsonderzoek, uit te voeren door de Waag of een soortgelijke instantie en een eventueel daarop volgende behandeling.
Van rechtswege gelden tevens de voorwaarden dat veroordeelde:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de reclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, in combinatie met artikel 14 d, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. I.M. Nusselder, voorzitter tevens kinderrechter,
mrs. G.S. Crince Le Roy en H.M. Patijn, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.M. Wilbers, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 december 2019.