Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Regional Court in Bydgoszcz III Penal Division(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Local Court in Inowrocławvan 20 januari 2017 met kenmerken: II Kp 195/16 en 2 Ds. 796/14;
Local Court in Inowrocławvan 21 april 2015 met kenmerk: II K 71/14.
Local Court in Inowrocławvan 26 augustus 2011, met kenmerk: II K 491/11, waarbij een gevangenisstraf is opgelegd voor de duur van zes maanden;
Local Court in Inowrocławvan 27 september 2013, met kenmerk: II K 439/13, waarbij een gevangenisstraf is opgelegd voor de duur van vier maanden;
Local Court in Słubicevan 23 februari 2015, met kenmerk: II K 1222/14, waarbij een gevangenisstraf is opgelegd voor de duur van één jaar.
District Court in Inowroclawbij brief van 2 juli 2019 nog onder meer het volgende meegedeeld:
Local Court in Słubicebij brief van 8 juli 2019 onder meer meegedeeld:
vonnis met referentienummer II K 491/11. Op basis van de hiervoor opgenomen aanvullende informatie is gebleken dat is voldaan aan de situatie als bedoeld in artikel 12 onder c OLW.
vonnis met referentienummer II K 439/13en het
vonnis met referentienummer II K 1222/14vast dat het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van een vonnis terwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij de behandeling ter terechtzitting die tot het vonnis heeft geleid, en dat – kort gezegd – is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan.
vonnis met referentienummer 439/13en voor het
vonnis met referentienummer 1222/14– worden geweigerd.
4.Strafbaarheid
beslissing met kenmerken: II Kp 195/16 en 2 Ds. 796/14leveren deze feiten naar Nederlands recht op:
beslissing met kenmerk: II K 71/14leveren deze feiten naar Nederlands recht op:
6.Beroep op artikel 6, vijfde lid, OLW
- een duurzaam verblijfsrecht als Unieburger wordt gelijkgesteld met een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd;
- een duurzaam verblijfsrecht als Unieburger niet hoeft te worden aangetoond door overlegging van een verblijfsdocument, dit kan ook door het aantonen dat aan de materiële voorwaarden voor een dergelijk verblijfsrecht wordt voldaan.
Nederlandse rechtsmacht.
vonnis met referentienummer II K 491/11.
7.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
voor zover het EAB ziet op de vervolging van de opgeëiste persoon in Polen– daarom alleen worden toegestaan, indien naar het oordeel van de rechtbank is gewaarborgd dat, zo hij ter zake van de feiten waarvoor de overlevering kan worden toegestaan in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in Nederland zal mogen ondergaan.
Regional Court in Bydgoszczheeft bij brief van 21 oktober 2019 de volgende garantie gegeven:
Regional Court in Bydgoszczbij brief van 31 oktober 2019 de garantie aangevuld:
8.Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
- dat sprake is van structurele of fundamentele gebreken wat betreft de rechterlijke macht van Polen, die de onafhankelijkheid van de rechterlijke instanties van Polen in gevaar brengen;
- dat daardoor een reëel gevaar dreigt dat het grondrecht op een eerlijk proces in de kern wordt aangetast;
- dat om die reden concreet en nauwkeurig moet worden beoordeeld of er in de omstandigheden van het specifieke geval zwaarwegende en op feiten berustende gronden zijn om aan te nemen dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering het gevaar zal lopen om geen eerlijk proces te krijgen;
- dat de uitvaardigende justitiële autoriteit daarom wordt uitgenodigd tot een dialoog zoals in het arrest beschreven in paragraaf 76 tot en met 78, teneinde een actueel en concreet beeld te krijgen van de stand van zaken inzake de bescherming van de waarborg van rechterlijke onafhankelijkheid op het niveau van de rechterlijke instanties in Polen die bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen.
District Court in Inowrocławen de
Circuit Court in Bydgoszczde vragen beantwoord.
District Court in Inowrocławen in hoger beroep door de
Circuit Court in Bydgoszcz;
District Court in Inowrocławzijn sinds de inwerkingtreding van de gewijzigde wet inzake de organisatie van de gewone rechtbanken geen personeelswijzigingen doorgevoerd voor de voorzittersfunctie en de vicevoorzittersfunctie. Verder zijn er geen rechters met pensioen gegaan. In de
Circuit Court in Bydgoszczzijn een nieuwe voorzitter en vicevoorzitter benoemd. Daarnaast zijn twee rechters met pensioen gegaan;
written remarks” – genomen jegens de voorzitters, vicevoorzitters of rechters.
District Court in Inowrocławen de
Circuit Court in Bydgoszczom de tweede en de derde vraag van het toetsingskader te kunnen beantwoorden.
kunnenhebben op het niveau van de rechterlijke instanties van Polen die bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen, eveneens bevestigend.
reform” of the Polish justice system, 5 maart 2019;
District Court in Inowrocławen de
Circuit Court in Bydgoszcz.
District Court in Inowrocławen de
Circuit Court in Bydgoszcznegatief
zalworden beïnvloed door de eerder genoemde gebreken die in het kader van de eerste en de tweede vraag zijn vastgesteld.
9.Slotsom
vonnis met referentienummer II K 439/13en het
vonnis met referentienummer II K 1222/14moet de overlevering worden geweigerd omdat het EAB niet voldoet aan de eisen van artikel 12 OLW.
vonnis met referentienummer II K 491/11moet de overlevering worden geweigerd uitsluitend op grond van artikel 6, tweede lid, OLW in samenhang met artikel 6, vijfde lid, OLW.
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Regional Court in Bydgoszcz III Penal Division(Polen).
[opgeëiste persoon]aan de
Regional Court in Bydgoszcz III Penal Division(Polen) wegens de feiten als bedoeld in de drie vonnissen waarvoor zijn overlevering wordt verzocht, waarbij de rechtbank ten aanzien van het
vonnis met referentienummer II K 491/11verwijst naar overweging 5.23 van de uitspraak van 26 september 2019 (ECLI:NL:RBAMS:2019:7104).