Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechterkort geding
[eiser]
de stichting Stichting Woonzorg Nederland
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
en [eiser] geven beiden aan verbetering te merken in hun onderlinge samenwerking sinds de start van het mediationtraject. Onderling hebben ze afspraken gemaakt over hun overlegstructuur en hoe ze omgaan met bepaalde vraagstukken. Wanneer [eiser] en [clustermanager] er samen niet uitkomen zullen ze in gezamenlijk overleg hun dilemma voorleggen aan hun leidinggevende.Dit traject is eind 2016 geëindigd.
Het onderwerp van gesprek was de gespannen onderlinge samenwerking tussen [clustermanager] en jou. (…)Omdat dit [mediation] traject nog maar kortgeleden (eind 2016) is afgerond waren wij zeer teleurgesteld toen we hoorden dat het jullie nog steeds niet lukt om op een prettige manier samen te werken en de emoties onder controle te houden. (…)Omdat wij van mening zijn dat de oplossing alleen bij jullie te vinden is, krijgen [clustermanager] en jij met ingang van woensdag 1 maart 2017 één maand de tijd om een plan op te stellen om te komen tot een toekomstbestendige manier van samenwerken. Wanneer jullie van mening zijn dat jullie hier ondersteuning bij nodig hebben, bijvoorbeeld van een coach, dan bieden wij jullie uiteraard die mogelijkheid. (…)Mocht het onverhoopt niet lukken om gezamenlijk een plan op te stellen, dan zullen wij de regie overnemen en de noodzakelijke maatregelen nemen. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid consequenties voor je dienstverband. Dit zal ook het geval zijn als jullie wel gezamenlijk een plan opstellen maar niet in staat blijken te zijn om een duurzame samenwerking tot stand te brengen.
Op d.d. 28 augustus jl. is er een gesprek met u gevoerd (…). In dit gesprek is u meegedeeld dat wij als organisatie in de afgelopen jaren diverse interventies hebben ingezet, waaronder coaching en mediation – om het langslepende – samenwerkingsprobleem met mevrouw [clustermanager] op te lossen.Helaas hebben die interventies niet tot een oplossing geleid, waardoor nu de laatste mogelijkheid wordt voorgesteld namelijk het vervullen van een passende functie op een andere locatie van Woonzorg Nederland.In het gesprek van 28 augustus is verder niet ingegaan op wie nu de “schuldige” van het samenwerkingsprobleem is, ons motto hierbij is: “Daar waar er twee vechten, hebben er twee schuld”. U verzoekt het voorstel nog verder uit te werken maar ook dat is niet nodig nu u dezelfde functie zult vervullen.Met het aanbieden van de functie van Technisch Manager in de regio [standplaats 3] per 1 oktober a.s. bieden wij u een oplossing in de vorm van een passende functie. (…)
Om tot redelijke reisafstanden te komen hebben we de werkgebieden in Zuid aangepast (…) Wij zijn van mening dat wij gelet op de omstandigheden een redelijk voorstel aan je hebben gedaan om je functie voortaan vanuit [standplaats 3] te gaan vervullen. Bovendien is het je toegestaan om – zoals altijd al – veel werkzaamheden vanuit huis te verrichten zodat je je reistijd beperkt. Daarnaast is het gebruikelijk dat je veel reistijd onder werktijd verricht, waardoor de extra tijd die je kwijt zult zijn beperkt blijft. Wat kosten betreft ondervind je ook geen nadeel nu je een leaseauto rijdt.
Vordering en verweer
Beoordeling
I. heeft Woonzorg, als goed werkgever, in gewijzigde omstandigheden aanleiding kunnen vinden tot het doen van een voorstel tot wijziging van het werkgebied?
III. kan aanvaarding van dit voorstel, in het licht van de omstandigheden van het geval, in redelijkheid van [eiser] , als goed werknemer, gevergd worden?