Op 5 december 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, die als bestuurder van een vrachtauto betrokken was bij een verkeersongeval op 13 april 2018 te Amsterdam. De verdachte reed over de Zuiderzeeweg en sloeg bij groen licht rechtsaf de Zeeburgerdijk op, waarbij hij een fietsster, die ook groen licht had, niet opmerkte en haar geen voorrang verleende. De fietsster liep hierbij ernstig letsel op aan haar voet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld, maar oordeelde dat deze verkeersfout in de gegeven omstandigheden onvoldoende was om te spreken van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW). De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde misdrijf, maar achtte hem wel schuldig aan de subsidiair ten laste gelegde overtreding van artikel 5 van de WVW, omdat hij gevaar op de weg had veroorzaakt. De rechtbank legde een taakstraf van 40 uren op, rekening houdend met de ernst van de overtreding en de gevolgen voor het slachtoffer, maar ook met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn beroep als beroepschauffeur.