Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 5],
[gedaagde sub 6],
- sub 1: H&B,
- sub 2: Aplex,
- sub 3: [gedaagde sub 3] ,
- sub 4: [gedaagde sub 4] ,
- sub 5: [gedaagde sub 5] ,
- sub 6: [gedaagde sub 6] en
- sub 7: [gedaagde sub 7] .
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 juli 2018 waarbij P. Homan (hierna de deskundige) is benoemd als deskundige en aan hem vragen zijn gesteld,
- het taxatierapport van de deskundige (hierna het rapport),
- de conclusie na deskundigenbericht van [eiseres] van 29 mei 2019,
- de akte uitlating deskundigen van [gedaagden sub 4, 5 en 6] van 26 juni 2019, met producties,
- de antwoordconclusie van H&B c.s. van 26 juni 2019, met producties,
- de akte tot referte van [gedaagde sub 7] van 26 juni 2019,
- de akte uitlaten producties van [eiseres] van 10 juli 2019.
2.De verdere beoordeling in conventie en in reconventie
Het rapport
11 oktober 2017vermelde omstandigheden, de deskundige de waarde van het pand per 17 juni 2015 heeft getaxeerd op € 880.000. Daarbij is vermeld dat met verschillende scenario’s rekening kan worden gehouden. De taxatiewaarde van
- de werkwijze onnauwkeurig is geweest,
- verschillende elementen ontbreken ten aanzien van uitgangspunten en bijzondere uitgangspunten en ook de invloed daarvan,
- taxatiemethoden ontbreken (vergelijkingsmethode voor verhuurde panden),
- er sprake lijkt te zijn van ‘hindsight bias’,
- er ten aanzien van de berekening van het rapport nog kanttekeningen geplaatst kunnen worden.
- dagvaarding € 77,75,
- salaris advocaat € 13.945,50 (4,5 punten x tarief € 3.099),
- griffierecht € 1.260,00
- kosten deskundige
3.099(1 punt x tarief € 3.099) voor salaris advocaat. De verschotten van het ten laste van H&B gelegde beslag worden begroot op € 339,22 en de verschotten van het ten laste van [gedaagde sub 4] gelegde beslag worden begroot op € 357,20.