ECLI:NL:RBAMS:2019:8717
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in auto- en woninginbraakzaak door onvoldoende bewijs en herkenning
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is verdachte vrijgesproken van diefstal uit een auto en woninginbraak. De zaak kwam voor de rechtbank naar aanleiding van een zitting op 6 november 2019, waar verdachte aanwezig was. De officier van justitie, mr. G. Dankers, vorderde een veroordeling op basis van herkenning door verbalisant [verbalisant 1], die verdachte meende te herkennen van eerdere politiecontacten. De verdediging betwistte de herkenning en stelde dat er onvoldoende bewijs was om verdachte te veroordelen. De rechtbank oordeelde dat de herkenning door verbalisant [verbalisant 2] niet betrouwbaar was, omdat deze verbalisant al vanaf het begin bij de zaak betrokken was en zijn herkenning pas na de aanhouding plaatsvond. De rechtbank concludeerde dat de herkenning door verbalisant [verbalisant 1] op zichzelf niet voldoende was om tot een veroordeling te komen, vooral omdat er geen forensisch bewijs of andere ondersteunende elementen waren. De rechtbank sprak verdachte vrij van beide ten laste gelegde feiten en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen. De rechtbank gelastte tevens de teruggave van in beslag genomen antennes aan verdachte. De beslissing werd uitgesproken op 20 november 2019.