Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Tiergarten,Berlijn (Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Tiergartenvan 6 februari 2017 met dossiernummer (353Gs)274 Js 4799/16(523/17).
4.Strafbaarheid
- feit 1 en 4:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd; - feit 2 en 3:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd.
5.Overlevering al eerder toegestaan
elkEAB dat haar wordt toegezonden een beslissing te nemen, “zelfs wanneer in die lidstaat reeds uitspraak is gedaan over een eerder EAB dat op dezelfde persoon ziet en op dezelfde feiten betrekking heeft, maar het tweede EAB slechts is uitgevaardigd omdat de gezochte persoon in de uitvaardigende lidstaat in beschuldiging is gesteld.” [1] Uitzonderlijke omstandigheden die tot weigering van de overlevering zouden moeten leiden, doen zich niet voor. Bovendien is in onderhavige zaak het nieuwe EAB – kennelijk en logischerwijs – uitgevaardigd omdat het vorige EAB is uitgevaardigd door een officier van justitie die op grond van het arrest OG en PI van 27 mei 2019 van het Hof [2] niet kan worden aangemerkt als een uitvaardigende rechterlijke autoriteit in de zin van Kaderbesluit 2002/584/JHA. De eerdere beslissing van de rechtbank van 14 september 2017 kan dus niet leiden tot weigering van het nu voorliggende overleveringsverzoek. Het primaire verweer wordt daarom verworpen. Nu deze eerdere beslissing van 14 september 2017 bovendien niet tot feitelijke overlevering kan leiden, omdat de grondslag onder die beslissing is weggevallen door het arrest OG en PI, [3] wordt ook het subsidiaire verweer verworpen.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsartikelen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Tiergarten,Berlijn (Duitsland).