Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
mr. Berends en mr. Verduijn.
2.De feiten
- Overmacht/noodsituatieBij deze categorie moet worden gedacht aan bijvoorbeeld autopech, een onvoorziene verkeerssituatie of andere vormen van noodsituaties waardoor niet anders kan worden gehandeld dan door de chauffeur in dit geval is gedaan. Er is dan wel sprake van een overtreding, maar deze overtreding kan de chauffeur niet worden verweten.
- Onevenredige gevolgen voor chauffeurHier dient het te gaan om uitzonderlijke financiële gevolgen voor een chauffeur, zoals een faillissement met aantoonbare blijvende financiële consequenties als gevolg van het opleggen van een minimale maatregel. Alleen het enkele feit dat een chauffeur financieel nadeel zal ondervinden is onvoldoende om van een maatregel af te zien.
- Staat van dienst chauffeurIn bepaalde gevallen kan er sprake zijn van een chauffeur die geruime tijd een zeer correcte staat van dienst heeft, waardoor gesproken kan worden van een ‘voorbeeldchauffeur’.
3.Het geschil
I. Taxistad en TAT te bevelen om de aan de bij hen aangesloten chauffeurs aangezegde privaatrechtelijke sanctiemaatregelen niet op te leggen, althans de tenuitvoerlegging daarvan op te schorten totdat in een bodemprocedure sprake is van een onherroepelijke uitspraak aangaande de rechtmatigheid van oplegging van deze sancties, dan wel tot een door de voorzieningenrechter te bepalen moment, althans een zodanige voorziening te treffen die de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren;
4.De beoordeling
- De Gemeente schrijft aan de TTO’s minimumsancties voor in het geval van bepaalde door haar rapporteurs geconstateerde overtredingen, zonder dat zij de TTO’s ruimte laat voor een individuele afweging, met inachtneming van alle omstandigheden van het geval.
- De TTO’s hebben in zoverre belang erbij de door de Gemeente voorgestelde sancties daadwerkelijk te treffen, dat zij anders het risico lopen om zelf door de Gemeente te worden gesanctioneerd. Daarmee is onafhankelijkheid van de beoordelaar onvoldoende gewaarborgd.
- De Gemeente heeft de Taxiverordening 2012 op 1 februari 2018 aldus gewijzigd dat de taxivergunning van een bij een TTO aangesloten chauffeur van rechtswege is geschorst indien en voor zolang (zie artikel 2.17 lid 1 onder d) “de aansluiting van vergunninghouder bij de TTO is geschorst”. Daardoor wordt aan chauffeurs de mogelijkheid van bezwaar en beroep tegen schorsing van een taxivergunning onthouden en wordt in beginsel elke mogelijkheid tot afweging van de omstandigheden van het geval en toepassing van met name het proportionaliteitsbeginsel, uit het sanctiesysteem gehaald.
criminal charge.Ten slotte zijn de maatregelen in het protocol niet proportioneel en ontberen de chauffeurs een adequate rechtsbescherming.
criminal charge.Het protocol regelt immers in algemene zin welke privaatrechtelijke gevolgen in beginsel door de TTO’s moeten worden verbonden aan bepaalde door de chauffeurs begane verkeersdelicten.