ECLI:NL:RBAMS:2019:8170

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 oktober 2019
Publicatiedatum
31 oktober 2019
Zaaknummer
AWB - 19 _ 4949
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Geheimhoudingsbeslissing
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperkingen op kennisneming van stukken in bestuursrechtelijke procedures

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 oktober 2019 een beslissing genomen op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) betreffende de beperking van de kennisneming van bepaalde stukken. De zaak betreft een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door een gemachtigde, en de burgemeester van Amsterdam, die als verweerder optreedt. De rechtbank ontving op 25 oktober 2019 een gesloten envelop van de verweerder, waarin zes stukken waren opgenomen die vertrouwelijke informatie bevatten die herleidbaar is tot personen. De verweerder heeft aangegeven dat deze informatie, indien openbaar gemaakt, de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen zou kunnen schaden.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de belangen afgewogen. Enerzijds is er het belang dat partijen over dezelfde informatie beschikken die relevant is voor het beroep, en anderzijds het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stukken die als vertrouwelijk zijn aangemerkt, informatie bevatten die herleidbaar is tot personen, en dat er gewichtige redenen zijn om de kennisneming te beperken. De rechtbank heeft besloten dat alleen de rechter en de griffier die deze beslissing nemen, kennis mogen nemen van de vertrouwelijke stukken, en dat de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is.

De rechtbank heeft de beslissing op 29 oktober 2019 genomen en deze is uitgereikt op dezelfde datum. Tegen deze beslissing kan geen beroep worden ingesteld voordat er hoger beroep is ingesteld tegen de einduitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 19/4949
beslissing op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: [naam] ),
en

de burgemeester van Amsterdam, verweerder

(gemachtigde: [naam] ).

Overwegingen

De rechtbank heeft op 25 oktober 2019 een gesloten envelop van verweerder ontvangen. Verweerder heeft de rechtbank meegedeeld dat uitsluitend de rechtbank van de zes stukken in de envelop kennis zal mogen nemen. De stukken bestaan uit:
1. de ongelakte Bestuurlijke Rapportage Gebiedsverbod [eiser] ;
2. het ongelakte proces-verbaal van bevindingen (sfeerverbaal);
3. een proces-verbaal van bevindingen van de geconstateerde overtreding van het gebiedsverbod;
4. tot en met 6. aangiftes.
In de begeleidende brief en op verzoek van de rechtbank in een nadere brief van 28 oktober 2019 heeft verweerder toegelicht dat de stukken tot personen herleidbare informatie bevat, waaruit onder meer kenbaar zou worden wie de aangiftes deed. Verweerder sluit niet uit dat eiser bij die personen verhaal gaat halen, omdat dit ook al eerder is gebeurd, aldus verweerder in de toelichting.
Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de rechtbank of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen beschikken over dezelfde informatie die voor het beroep relevant is en het belang dat de rechtbank beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat het algemeen belang, het belang van één of meer partijen, of het belang van derden onevenredig geschaad kan worden als partijen kennisnemen van bepaalde gegevens.
De rechtbank overweegt dat uitsluitend de rechter en griffier die deze beslissing nemen – en niet bij de uitspraak op het beroep betrokken zijn – hebben kennisgenomen van de zes stukken.
Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat inderdaad sprake is van gewichtige redenen, die de beperking van de kennisneming rechtvaardigen. De gelakte delen bevatten de namen van personen, dan wel gegevens die herleidbaar zijn tot personen. De stukken die verweerder in geheel als vertrouwelijk aanmerkt, bevat informatie die – ook als ze deels worden gelakt – herleidbaar zijn tot personen. Met zowel de toelichting van verweerder over de consequenties als die informatie bekend wordt als met het onderwerp van het geschil, is voldoende aannemelijk geworden dat er gewichtige redenen, gelegen in de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen, aanwezig zijn.
De rechtbank beslist dan ook als volgt.

Beslissing

De rechtbank beslist dat de beperking van de kennisneming van de genoemde stuk gerechtvaardigd is.
Aldus gegeven op:
29 oktober 2019 door mr. E.J. Otten, rechter, in aanwezigheid van mr. M.S. Boomhouwer, griffier.
griffier
rechter
Tegen deze beslissing kan niet eerder beroep worden ingesteld, dan tegelijk met het hoger beroep tegen de einduitspraak.
Uitgereikt op de zitting op: 29 oktober 2019