Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 oktober 2019 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2019.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 oktober 2019 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor bijstandsuitkering door eiser, die op 29 januari 2019 een uitkering naar de norm van een alleenstaande had aangevraagd. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam heeft de aanvraag afgewezen op 22 februari 2019, met als reden dat eiser de inlichtingenplicht had geschonden. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 19 april 2019. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is niet verschenen op de zitting op 24 september 2019. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat eiser verantwoordelijk is voor de inhoud van zijn aanvraag en dat het bestuursorgaan niet verplicht is om zelf na te gaan of eiser aanspraak kan maken op bijstand naar de norm van gehuwden, wanneer er sprake is van een gezamenlijke huishouding. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat eiser niet als zelfstandig subject van bijstand kan worden aangemerkt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.