4.8Het hof overweegt dat uit het voorgaande blijkt dat partijen er al lange tijd niet in slagen om zonder wantrouwen in het belang van de kinderen tot een constructieve vorm van communicatie te komen. Dit brengt naar het oordeel van het hof mee dat er een risico bestaat dat de kinderen bij het voortduren van het gezamenlijk gezag klem of verloren raken tussen hun ouders, Gelet echter op de ondertoezichtstelling, waarvan beide ouders hebben aangegeven dat zij daar achter staan, is het hof van oordeel dat voornoemd risico thans (nog) geen onaanvaardbare proporties heeft aangenomen.
bepaalt de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken ten aanzien van de kinderen aldus dat de kinderen de ene week bij de ene ouder en in de andere week bij de andere ouder verblijven, met als wisselmoment de woensdagen uit school;
bepaalt dat alleen de ouder waar de kinderen op dat moment verblijven, aanwezig mag zijn bij de sport- en andere activiteiten alsmede schooluitvoeringen van de kinderen
bepaalt dat de ouders geen contact dienen te zoeken met de kinderen tijdens het verblijf bij de andere ouder, uitgezonderd de strikt noodzakelijke contacten die niet kunnen wachten tot het moment dat de kinderen weer bij die desbetreffende ouder verblijven;
bepaalt dat de kinderen in de:
- kerstvakantie 2018-2019 de 1e week van de vakantie bij de man verblijven en in de 2e week van de vakantie bij de vrouw en waarbij het hof opmerkt dat de kerstvakantie begint op zaterdag 22 december 2018 om 10.00 uur en het wisselmoment vervolgens op de daarop volgende zaterdag om 10.00 uur zal zijn;
- voorjaarsvakantie 2019 bij de man zullen verblijven;
- meivakantie 2019 bij de vrouw zullen verblijven;
- zomervakantie de ene helft van de tijd bij de ene ouders zullen zijn en de andere helft van de tijd bij de andere ouder, waarbij de man in de oneven jaren de eerste keuze heeft ten aanzien van de periode en de vrouw in de even jaren;
- herfstvakantie 2019 bij de man zullen verblijven;
bepaalt dat bovengenoemd vakantieschema jaarlijks zal omwisselen;
bepaalt dat voor het geval de voorjaars-, mei- en/of herfstvakantie langer duurt dan één week, voor de tweede week van de desbetreffende vakantie de reguliere zorgregeling zal gelden;
bepaalt dat gedurende de vakanties de reguliere zorgregeling (de week op, week af) als het ware op de achtergrond door blijft lopen, zodat na ommekomst van de vakantie wordt doorgegaan volgens dit reguliere schema dan wel de hiervoor bepaalde vakantieregeling zou zijn;
bepaalt ten aanzien van bijzondere dagen dat:
-de kinderen op hun verjaardagen verblijven bij de ouder waar ze conform de reguliere zorgregeling dan wel hiervoor bepaalde vakantieregeling zijn;
-de kinderen op de verjaardagen van de ouders verblijven bij de desbetreffende ouder die jarig is en dat indien de kinderen daar niet reeds krachtens de reguliere zorg- of vakantieregeling verblijven, dit verblijf zal duren van 10.00 tot 20.00 uur;
-de kinderen op de verjaardagen van de opa’s en oma’s verblijven bij die ouder waar ze conform de reguliere zorgregeling dan wel hiervoor bepaalde vakantieregeling zijn;
-de kinderen op Vaderdag bij de man verblijven en op Moederdag bij de vrouw verblijven en dat indien de kinderen daar niet reeds krachtens de reguliere zorg- of vakantieregeling verblijven, dit verblijf zal duren van 10.00 tot 20.00 uur;
-de kinderen op studiedagen van school bij de ouder verblijven waar ze conform de reguliere zorgregeling zijn.