ECLI:NL:RBAMS:2019:7875
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor 24-uursopvang ongedocumenteerde vreemdelingen in Amsterdam
Op 24 oktober 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaken AMS 19/4836, AMS 19/5016 en AMS 19/5060. De gemeente Amsterdam heeft een omgevingsvergunning verkregen voor de verbouwing van het pand aan de Pieter Aertszstraat 5, met als doel het te bestemmen voor 24-uursopvang voor ongedocumenteerde vreemdelingen. Verzoekers, bewoners uit de omgeving, hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat zij vrezen voor overlast en een negatieve impact op het woon- en leefklimaat.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de verzoekers tegen de omgevingsvergunning beoordeeld. De gemeente Amsterdam heeft aangegeven dat de opvang bedoeld is voor maximaal 38 ongedocumenteerde vreemdelingen, waarbij maatregelen zijn getroffen om overlast te beperken. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente de gevolgen van de opvang voor de omgeving in overweging heeft genomen en dat er voldoende maatregelen zijn getroffen om de negatieve effecten te beheersen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van de gemeente om de verbouwing voort te zetten zwaarder wegen dan de bezwaren van de verzoekers.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waardoor de gemeente Amsterdam de verbouwing kan voortzetten. De uitspraak benadrukt de afweging tussen de belangen van de verzoekers en de noodzaak van de gemeente om opvang te bieden aan ongedocumenteerde vreemdelingen, en concludeert dat de vergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.