ECLI:NL:RBAMS:2019:7698

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 september 2019
Publicatiedatum
17 oktober 2019
Zaaknummer
7513662 CV EXPL 19-3249
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Biedingen via Marktplaats zijn niet bindend; geen verplichting tot verstrekking van gegevens van bieders

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 20 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en Marktplaats B.V. De eiser had een advertentie geplaatst voor de verkoop van postzegels en ontving een bod van een andere gebruiker op Marktplaats. Na acceptatie van het bod door de eiser, trok de bieder zijn aanbod echter terug. De eiser vorderde vervolgens van Marktplaats de persoonsgegevens van de bieder, omdat hij meende dat er een koopovereenkomst tot stand was gekomen. Marktplaats weigerde deze gegevens te verstrekken, wat leidde tot de rechtszaak.

De kantonrechter oordeelde dat er geen bindende overeenkomst was ontstaan, omdat de Gebruiksvoorwaarden van Marktplaats duidelijk aangeven dat biedingen niet bindend zijn. De rechter concludeerde dat de eiser geen gerechtvaardigd belang had bij de verstrekking van de persoonsgegevens van de bieder, en dat Marktplaats niet verplicht was om deze gegevens te geven. De vorderingen van de eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van Marktplaats.

De uitspraak benadrukt de juridische status van biedingen op platforms zoals Marktplaats en de rechten en plichten van gebruikers in het kader van de Gebruiksvoorwaarden. De kantonrechter bevestigde dat de spelregels van Marktplaats, die stellen dat biedingen niet bindend zijn, door de gebruikers gerespecteerd moeten worden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer \ rolnummer: 7513662 CV EXPL 19-3249
Uitspraak: 20 september 2019
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde mr. N. Brand,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MARKTPLAATS B.V.,
gevestigd te Emmeloord, kantoorhoudende te Amsterdam,
gedaagde,
gemachtigde mr. J.G. Reus.
Partijen worden hierna aangeduid als [eiser] en Marktplaats.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 1 februari 2019, met producties,
  • de conclusie van antwoord, met producties,
  • het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 26 april 2019, waarin de zaak is verwezen naar repliek,
  • de conclusie van repliek,
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Marktplaats exploiteert een website waarop goederen en diensten te koop worden aangeboden in advertenties. Artikel 5 van de door Marktplaats gehanteerde Gebruiksvoorwaarden houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:
“(…) 5. Biedingen zijn niet bindend
5.1
Tenzij in deze Gebruiksvoorwaarden anders is geregeld, is een bod op een product of dienst in een Advertentie niet bindend. Een Adverteerder is niet verplicht een dergelijk (redelijk) bod te accepteren. Indien een dergelijk bod door een Adverteerder wordt geaccepteerd, verlicht dit de bieder niet tot aankoop. (…)”
2.2.
[eiser] heeft een advertentie op Marktplaats geplaatst tot verkoop van een verzameling postzegels.
2.3.
Op vrijdag 10 augustus 2018 heeft [eiser] via Marktplaats het volgende bericht ontvangen van een zekere “ [naam] ”, een andere gebruiker van Marktplaats (hierna: [naam] ):
“(…) Hierbij bied ik € 6.000,00 op jouw ‘Postfris postzegels hele wereld series compleet’. Ik zie graag een reactie tegemoet. (…)”
2.4.
[eiser] heeft hierop als volgt gereageerd:
“(…) Bod is accoord en geaccepteerd.. Wanneer kan je langskomen om de verzameling op te halen. (…)”
2.5.
[naam] heeft [eiser] later te kennen gegeven de verzameling toch niet te willen kopen.
2.6.
[eiser] heeft op 28 augustus 2018 twee, door de klantenservice van Marktplaats verstrekte documenten ondertekend. Met het eerste document, genoemd “
formulier verzoek inzage persoonsgegevens”, heeft [eiser] aan Marktplaats verzocht hem de gegevens te verstrekken van [naam] . Het tweede, bijbehorende door [eiser] ondertekende document betreft een “
overeenkomst betreffende persoonlijke informatie”.
2.7.
Marktplaats heeft de door [eiser] verzochte persoonsgegevens van [naam] niet aan hem verstrekt.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert dat Marktplaats bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal worden veroordeeld tot:
- primair: betaling van € 6.000,-, vermeerderd met rente en kosten,
- subsidiair: afgifte van de persoonsgegevens van [naam] aan [eiser] , op straffe van een dwangsom.
3.2.
[eiser] stelt daartoe - kort gezegd - dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen hem en [naam] . Nu [naam] tekort is geschoten in de nakoming van deze overeenkomst wenst [eiser] juridische stappen jegens [naam] te ondernemen. Hij beschikt daarvoor echter niet over voldoende gegevens, zodat hij die bij Marktplaats - uiteindelijk tevergeefs - heeft opgevraagd. Primair stelt [eiser] dat Marktplaats op grond van de tussen hem en Marktplaats gesloten “
overeenkomst betreffende persoonlijke informatie” is gehouden de benodigde gegevens aan [eiser] te verstrekken. Nu Marktplaats dit niet heeft gedaan, is zij tekort geschoten in de nakoming van die overeenkomst. Subsidiair heeft [eiser] gesteld dat Marktplaats in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid heeft gehandeld door de verzochte gegevens niet af te staan. [eiser] heeft door een en ander schade geleden, gelijk te stellen met de met [naam] overeengekomen koopprijs.
3.3.
Marktplaats voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter neemt tot uitgangspunt dat [eiser] geen gerechtvaardigd belang heeft bij verstrekking van de persoonsgegevens van [naam] , en Marktplaats tot verstrekking daarvan dus niet kan worden gehouden (laat staan schadeplichtig is), indien niet
tenminsteuit de beschikbare feiten en omstandigheden van dit geval met voldoende mate van zekerheid valt af te leiden dat tussen [eiser] en [naam] een overeenkomst tot stand is gekomen. [eiser] legt die vermeende overeenkomst ook zelf als basis voor zijn vorderingen op Marktplaats.
4.2.
Het verweer dat die overeenkomst niet tot stand is gekomen, slaagt. Uit artikel 5.1. van de Gebruiksvoorwaarden blijkt immers ondubbelzinnig dat biedingen via Marktplaats niet bindend zijn, in die zin dat een bod dat door de adverteerder wordt geaccepteerd, de bieder nog niet verplicht tot koop. Niet betwist is dat er naar aanleiding van zijn bod namens gebruiker [naam] een geautomatiseerd bericht naar [eiser] is gestuurd, als hiervoor genoemd onder 2.3. Dat bod bond [naam] dus nog niet, ondanks de acceptatie door [eiser] . Uit de “conversatie” die daarna tussen hen is gevolgd, valt niet alsnog het bereiken van overeenstemming af te leiden. Het moet er dus voor worden gehouden dat die er ook niet was. Anders dan [eiser] kennelijk meent, mag Marktplaats wel degelijk de spelregels van handelen via Marktplaats bepalen, wat er ook zij van algemene regels van aanbod en aanvaarding. Bieders als [naam] moeten bovendien op de gelding van die spelregels kunnen vertrouwen, in die zin dat zij niet achteraf worden gehouden aan biedingen waaromtrent Marktplaats vooraf had bepaald dat die niet bindend zijn.
4.3.
Reeds hierom kunnen de vorderingen van [eiser] niet slagen. Op de vraag naar de toewijsbaarheid van de opmerkelijke vordering tot betaling van een bedrag van € 6.000,- (dat bedrag ontvangen én de postzegels nog in bezit hebben, ongetwijfeld een aantrekkelijk vooruitzicht) behoeft dus niet meer inhoudelijk te worden ingegaan.
4.4.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, aan de zijde van Marktplaats tot op heden begroot op aan € 600,- aan salaris gemachtigde (2 punten x tarief € 300,-). De gevorderde nakosten en de daarover gevorderde wettelijke rente zullen worden toegewezen op de wijze als in het dictum vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Marktplaats tot op heden begroot op € 600,00, te vermeerderen met de na dit vonnis aan de zijde van Marktplaats ontstane nakosten, begroot op € 120,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en [eiser] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 68,00 aan salaris gemachtigde en de explootkosten van betekening van de uitspraak, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de bedoelde aanschrijving tot de dag der algehele voldoening,
5.3.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. J. Thomas, kantonrechter, bijgestaan door mr. L. Goris, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 september 2019.
De griffier De kantonrechter