4.4.Gedaagden hebben bovendien niet alleen stellig, maar ook gemotiveerd ontkend dat de overeenkomst ooit door partijen is ondertekend. Gedaagden hebben onder meer gewezen op het volgende:
- [gedaagde sub 2] is opgericht op 1 juni 2017;
- volgens [eiseres] is de aandeelhoudersovereenkomst dus tussen 24 mei en 1 juni 2017 ondertekend;
- bij e-mail van 24 mei 2017 heeft mr. Linning, de advocaat van Certa Legal die het concept voor de aandeelhoudersovereenkomst heeft opgesteld, een document met bovenaan elke bladzij “CONCEPT Aandeelhoudersovereenkomst [gedaagde sub 2] d.d. 24 mei 2017” (hierna: het laatste concept) aan [naam 1] en [naam 2] toegestuurd, met de opmerking dat na de oprichting van [gedaagde sub 2] nog gegevens van [gedaagde sub 2] moesten worden ingevuld;
- in het laatste concept staat nog een aantal vierkante haken ([*]) waar onder meer die gegevens moeten komen;
- de inhoud van de door [eiseres] in het geding gebrachte kopie van de getekende aandeelhoudersovereenkomst (hierna: de [eiseres] -versie) is, inclusief die vierkante haken, identiek aan het laatste concept;
- in beide versies ontbreken bijlagen 1 tot en met 4; partijen waren het over de inhoud daarvan nog niet eens en dat is ook de reden dat [gedaagde sub 1] de overeenkomst nooit heeft aanvaard of ondertekend;
- [naam 1] heeft aan mr. De Breet (opvolger van Linning in deze kwestie) van Certa Legal bij e-mails van 4 juni 2019 om een kopie van de aandeelhoudersovereenkomst gevraagd, waarna mr. De Breet hem die dag de hiervoor genoemde e-mail van 24 mei 2017 van mr. Linning heeft gestuurd, met het daarbij gevoegde laatste concept van de aandeelhoudersovereenkomst;
- mr. De Breet en de notaris die betrokken was bij de oprichtingsakte van [gedaagde sub 2] en die bij de mailwisseling rond 24 mei 2017 was ingekopieerd, hebben nooit een ondertekende aandeelhoudersovereenkomst gezien (de notaris heeft desgevraagd bij e-mail van 8 augustus 2019 aan [naam 3] , adviseur van [naam 2] , verklaard geen ondertekende aandeelhoudersovereenkomst te hebben ontvangen);
- op 11 maart 2019 heeft [naam 1] een concept voor een geheel andere aandeelhoudersovereenkomst, met als partijen [gedaagde sub 1] en [eiseres] , aan [naam 2] – kennelijk – ter beoordeling toegestuurd, zonder enige vermelding van een eerdere aandeelhoudersovereenkomst;
- tegenover [naam 5] (die destijds, in maart 2019, beide partijen adviseerde en betrokken was bij de opstelling van deze laatste aandeelhoudersovereenkomst) heeft geen van partijen genoemd dat zij al eerder een aandeelhoudersovereenkomst hadden ondertekend;
- bij de overdracht van de aandelen [gedaagde sub 2] door [naam oprichter] aan [eiseres] in maart 2019 is geen uitvoering gegeven aan de aandeelhoudersovereenkomst uit 2017 (de op grond van artikel 4.4 sub a van die overeenkomst vereiste toetredingsverklaring is niet ondertekend);
- pas op 8 augustus 2019 hebben de advocaten van gedaagden de ondertekende [eiseres] -versie van de aandeelhoudersovereenkomst ontvangen van (de advocaat van) [eiseres]