ECLI:NL:RBAMS:2019:7220
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift ex artikel 552a Sv betreffende teruggave van in beslag genomen motorscooter
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 augustus 2019 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door de klager, die tevens beslagene is. Het klaagschrift is op 15 maart 2019 ter griffie ontvangen, en het Openbaar Ministerie heeft op 27 maart 2019 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt. De rechtbank heeft de raadsvrouw van klager, mr. B. Roodveldt, en de officier van justitie in openbare raadkamer gehoord. Klager is, hoewel geldig opgeroepen, niet verschenen.
Het klaagschrift strekt tot teruggave van een in beslag genomen motorscooter, die niet voorzien is van een kenteken. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat niet op voorhand geoordeeld mag worden dat de motor vatbaar is voor verbeurdverklaring en dat hierover eerst in rechte moet worden beslist. Het Openbaar Ministerie verzet zich tegen teruggave, stellende dat het belang van strafvordering zich daartegen verzet, omdat de motor vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek in raadkamer summier van aard is en dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later zal oordelen dat de motorscooter onttrokken moet worden aan het verkeer. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het strafvorderlijk belang zich verzet tegen opheffing van het beslag en heeft het beklag ongegrond verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken op 1 augustus 2019, en tegen deze beslissing staat voor klager beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.