2.8.Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
verklaart verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking;
bepaalt dat een volgend verzoek tot wraking gericht tegen de rechter belast met de behandeling van de zaak van verzoeker niet meer in behandeling zal worden genomen;
bepaalt dat de procedure geregistreerd onder zaaknummer 7381912 TB EXPL 18-3913 wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment dat het wrakingverzoek werd ingediend.
Aldus gegeven door mrs. N.C.H. Blankevoort, voorzitter, A.W.J. Ros en P.B. Martens, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 augustus 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.
(.....)
“Vandaag op 27 augustus 2019 zal te 14:00 een kantonrechter uitspraak doen in de hoofdzaak met Zaaknummer: 7381912 TB EXPL 18-3913.
De gronden en stellingen waarop deze zaak/zaken is/zijn opgebouwd hebben oorsprong uit onderstaande rechtszaken en rechtshandelingen.
De brief van gemeente Amsterdam van 8 december 2015 welke gedeeltelijk is behandeld in de bestuursrechytelijk rechtszaak AMS 16 / 1904.
De bestuursrechytelijk rechtszaak AMS 16 / 1904 op zichzelf
De bestuursrechtelijke rechtszaak in hoger beroep bij de Centrale raad van Beroep met zaaknummer CrvB 17/6493
[ ] trad in deze zaken op als gemachtigde van gemeente Amsterdam.
Gezien gemeente Amsterdam voor Preventie de collectieve zorgverzekering ter vervanging van een andere individuele zorgverzekering heeft alsnog heeft doorgezet in het kader van de zogenoemde schulden PREVENTIE maakt gemeente Amsterdam deel uit van de huidige procedures. Echter zijn de gronden van recht voortvloeiend uit de eerdere procedures tegen gemeente Amsterdam niet aangehaald. Daardoor is het recht waarop in de huidige zaak beroep op wordt gedaan voor mij niet bepaalbaar en verdedigbaar gezien hetgeen wordt verzwegen danwel verborgen en verdeeld in iedere zaaknummers waarover ik geen beschikking heb. Bijvoorbeeld het nevenzaaknummer TB EXPL 18-3913.
Tevens is deze zaak door andere zaken en personen zeer beïnvloed. Ik laat mij hier elders over uit en heb dat al veelvuldig gedaan naar dhr. [ ].
Door deze situatie is het onmogelijk een eerlijk proces te waarborgen en te verkrijgen. Ik heb hierover al vele malen uitlatingen gedaan. Dit wordt ook in het openbaar door mij bekend gemaakt. Ik beroep mij daarom op het volgende artikel en wet in deze rechtszaak zeer zeker zal worden geschonden.
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, Rome, 04-11-1950
Artikel 6. Recht op een eerlijk proces
1.Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging heeft een ieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn raak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij de Wet is ingesteld.”