ECLI:NL:RBAMS:2019:7136
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in een strafprocedure na mondelinge uitspraak
In deze zaak heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam op 23 augustus 2019 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker, die betrokken was bij een strafprocedure. De verzoeker had op 15 augustus 2019 een zitting bij de rechtbank, waar hij werd veroordeeld tot een geldboete van € 200,- en een schadevergoeding van € 300,- aan de benadeelde partij. Na de zitting, waarin de rechter mondeling uitspraak deed, heeft de verzoeker, vergezeld door zijn raadsman, het verzoek tot wraking ingediend. Hij verliet voortijdig de zitting, omdat hij meende dat de rechter niet onpartijdig was, onder andere vanwege haar verleden bij de politie Amsterdam/Amstelland.
De Wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk is, omdat het verzoek niet gericht kan worden tegen een rechter die al een uitspraak heeft gedaan in de zaak. De verzoeker had tijdens de zitting geen wrakingsverzoek ingediend, en de rechter had de zaak al afgesloten voordat het verzoek werd ingediend. De kamer benadrukte dat de rechter op grond van haar aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. Aangezien de verzoeker niet tijdig heeft gereageerd op de uitspraak van de rechter, werd zijn verzoek als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.