ECLI:NL:RBAMS:2019:7135
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van de rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam op 6 september 2019 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter te Amsterdam. Verzoekster, die zonder gemachtigde procedeert in een civiele procedure tegen International Card Services B.V., heeft aangevoerd dat de rechter partijdig heeft gehandeld. Ze vond het ongebruikelijk dat de rechter en de griffier geen toga droegen en voelde zich niet serieus genomen. Verzoekster heeft geprobeerd uit te leggen waarom ze zo laat over het handelen van de gedaagde heeft geklaagd, maar voelde dat de rechter niet naar haar luisterde en dat haar argumenten niet werden gewaardeerd. De rechter heeft echter aangegeven dat hij de aantekeningen van de zitting correct heeft weergegeven en dat hij verzoekster wel degelijk heeft gehoord. Hij heeft ook uitgelegd waarom hij van mening was dat de vorderingen van verzoekster verjaard waren.
De Wrakingskamer heeft beoordeeld of er sprake was van partijdigheid in subjectieve of objectieve zin. Het oordeel was dat er geen feiten of omstandigheden zijn die wijzen op persoonlijke vooringenomenheid van de rechter. De indruk van verzoekster dat de rechter niet naar haar standpunt heeft geluisterd, is niet objectief te onderbouwen. De opmerkingen van de rechter over verjaring zijn gemaakt in het kader van een goede procesorde en zijn niet als partijdig te kwalificeren. De Wrakingskamer heeft ook vastgesteld dat er geen objectieve onderbouwing is voor de beschuldigingen van racisme en dat het gevoel van verzoekster niet kan leiden tot een objectieve schijn van partijdigheid.
Uiteindelijk heeft de Wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure in de onderliggende zaak voortgezet kan worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van indiening van het verzoek tot wraking.