RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummers: AMS 19/1353 en AMS 19/3281
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 augustus 2019 in de zaken tussen
[eiseres] ,te Amsterdam, eiseres
(gemachtigde: mr. W.D. de Vos),
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,verweerder
(gemachtigde: mr. H.D. Hosper).
Als derde-partijen hebben aan het geding deelgenomen:
1. [bedrijf 1] , gevestigd te Amsterdam,
2. [bedrijf 2] , gevestigd te Amsterdam (gemachtigde: mr. A. Kamphuis),
3. [bedrijf 3] , gevestigd te Amsterdam,
4. [bedrijf 4] , gevestigd te Amsterdam, en
5. [de persoon 6] , wonende te Amsterdam.
Met een besluit van 26 april 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiseres een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een geldautomaat in de voorgevel van het gebouw [adres 1] te Amsterdam met behoud van de winkelfunctie.
Met een besluit van 25 januari 2019 (het bestreden besluit 1) heeft verweerder naar aanleiding van de bezwaren van de derde-partijen 2 tot en met 5 het primaire besluit herroepen en de gevraagde omgevingsvergunning alsnog geweigerd.
Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. Dit beroep heeft het nummer AMS 19/1353.
Met een besluit van 27 maart 2019 (het bestreden besluit 2) heeft verweerder aan eiseres een last onder dwangsom opgelegd.
Met een besluit van 11 april 2019 (het bestreden besluit 3) heeft verweerder het verzoek van eiseres om de begunstigingstermijn te verlengen tot zes weken nadat op het bezwaarschrift is beslist, afgewezen.
Eiseres heeft tegen de bestreden besluiten 2 en 3 met toestemming van verweerder beroep ingesteld zonder eerst bezwaar te maken. Deze beroepen hebben het nummer AMS 19/3281.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft de zaken gevoegd behandeld op de zitting van 8 augustus 2019.
Eiseres is vertegenwoordigd door [de persoon 1] en [de persoon 2] , bijgestaan door haar gemachtigde en mevrouw S. van Hal, tolk in de Engelse taal. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Namens [bedrijf 1] is verschenen [de persoon 3] . Namens [bedrijf 3] zijn verschenen [de personen] . Namens [bedrijf 2] is [de persoon 4] verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Namens de [bedrijf 4] [adres 2] is verschenen [de persoon 5] . Ten slotte is verschenen [de persoon 6] .
Waarover gaat deze procedure?
1. Eiseres exploiteert sinds 30 juni 2016 een ATM-geldautomaatin de [adres 1] te Amsterdam. Zij huurt de locatie sinds [datum 1] 2016 van de eigenaar van [bedrijf 1] (de winkel). Op [datum 4] 2016 is een losstaande zogenaamde “lobby” ATM-geldautomaat geplaatst in de winkel.
2. Op [datum 2] 2018 heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een (through-the-wall) ATM-geldautomaat in de voorgevel van het gebouw [adres 1] te Amsterdam.
3. Met het primaire besluit heeft verweerder aan eiseres de gevraagde omgevingsvergunning verleend. Verweerder legt daaraan ten grondslag dat het project voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 en in overeenstemming is met de bouw- en gebruiksbepalingen van het bestemmingsplan “Nieuwmarkt” en het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan “Winkeldiversiteit Centrum”. Verder voldoet het project aan de redelijke eisen van welstand.
4. Tegen het primaire besluit hebben de derde partijen 2 tot en met 5 bezwaar gemaakt. Zij voeren aan dat de geldautomaat zal leiden tot overlast. Ook vrezen zij voor hun veiligheid als ter plaatse een plofkraak zal plaatsvinden. Bovendien vinden zij dat niet wordt voldaan aan de redelijke eisen van welstand.
5. Op [datum 3] 2018 is de geldautomaat in de voorgevel geplaatst en is de lobby-machine uit de winkel verwijderd.
6.Met het bestreden besluit 1 heeft verweerder het bezwaar van de derde-partijen 2 tot en met 5 - overeenkomstig het advies van de bezwaarschriftencommissie - gegrond verklaard en de omgevingsvergunning herroepen. Verweerder legt aan het besluit ten grondslag dat de omgevingsvergunning wordt geweigerd omdat de plaatsing van de ATM-geldautomaat in strijd is met het bestemmingsplan “Winkeldiversiteit Centrum”. Omdat dit bestemmingsplan recent (17 september 2018) in werking is getreden, zijn er geen ruimtelijke argumenten om medewerking te verlenen aan afwijking van het bestemmingsplan. In het advies staat dat het welstandsadvies niet zonder meer aan het primaire besluit ten grondslag gelegd had mogen worden. Het college heeft in het bestreden besluit geen nadere motivering gegeven.
7. Met een brief van 30 januari 2019 heeft verweerder eiseres bericht dat hij vanwege het ontbreken van een omgevingsvergunning voornemens is handhavend op te treden met betrekking tot de ATM-geldautomaat. Eiseres heeft met een brief van 5 maart 2019 haar zienswijze ingediend.
8. Met het bestreden besluit 2 heeft verweerder aan eiseres een last onder dwangsom opgelegd omdat eiseres niet beschikt over de vereiste omgevingsvergunning voor het plaatsen van de ATM-geldautomaat. Daarom is sprake van een illegale situatie. Ook het gebruik van de ATM-geldautomaat is in strijd met het bestemmingsplan “Winkeldiversiteit Centrum” omdat het gaat om toeristische dienstverlening. Er bestaat geen concreet zicht op legalisatie. De (economische) belangen van eiseres wegen niet op tegen de algemene belangen zoals weergeven in de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Er zijn geen zwaarwegende omstandigheden die tot afwijking van het bestemmingsplan nopen. Eiseres wordt gelast om binnen vier weken na dagtekening van dat besluit de geldautomaat zoals bij besluit van 26 april 2018 is vergund, te verwijderen en verwijderd te houden en de voorgevel terug te brengen in de - voor het besluit van 26 april 2018 - laatst vergunde situatie, conform de bouwtekening van 22 juni 1982. Als eiseres niet aan de last voldoet moet zij conform het handhavingsbeleid een dwangsom van € 20.000,- betalen.
9. Met het bestreden besluit 3 heeft verweerder het verzoek van eiseres om de begunstigingstermijn te verlengen tot zes weken nadat op het bezwaar is beslist, afgewezen.
10. Met een uitspraak van 25 april 2019 heeft de voorlopige voorzieningenrechter het bestreden besluit 1 geschorst tot zes weken na de uitspraak op beroep en bepaald dat eiseres geen uitvoering hoeft te geven aan de last onder dwangsom tot zes weken na de beslissing op bezwaar of tot zes weken na de uitspraak op het eventuele rechtstreekse beroep onder de voorwaarde dat eiseres bewerkstelligt dat de geldautomaat met ingang van vrijdag 26 april 2019, 10:00 uur, buiten werking is en blijft en de verhuurder tijdens sluitingstijden van zijn winkel de geldautomaat afsluit met een rolluik.
11. Eiseres is het niet eens met de hiervoor genoemde besluiten en heeft daarom (rechtstreeks) beroep bij de rechtbank ingesteld. Ten aanzien van het bestreden besluit 1 vindt eiseres - kort gezegd - dat er geen strijd is met het bestemmingsplan “Winkeldiversiteit Centrum”. De ATM-geldautomaat is geen vorm van toeristische dienstverlening. Verder bestond er voor verweerder een mogelijkheid om binnenplans van het bestemmingsplan af te wijken. Verweerder heeft onvoldoende gemotiveerd waarom hij daarvan geen gebruik heeft gemaakt. Ten aanzien van de last onder dwangsom vindt eiseres dat verweerder niet bevoegd was om handhavend op te treden omdat er zicht op legalisatie bestaat. Verweerder had bovendien van handhaving moeten afzien omdat dit onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.
Beoordeling door de rechtbank