Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
le Tribunal de Grande Instance de Bordeaux(Frankrijk) en het strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Artikel 6, tweede lid, van de OLW: heropening van het onderzoek
Tribunal Correctionnel de Bordeauxis veroordeeld tot – onder meer – een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren wegens “strafbare feiten in verband met douane”, “willens en wetens deelnemen aan de niet-criminele activiteiten van een criminele organisatie” en “strafbare feiten in verband met illegale handel in verdovende middelen, psychotrope stoffen en precursoren die niet louter voor eigen persoonlijk gebruik zijn bestemd”. Daarbij is vermeld dat dit vonnis op 2 oktober 2015 onherroepelijk is geworden.
5.Strafbaarheid
6.Onschuldverweer
7.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
Cour d’Appel de Bordeaux, Parquet du Tribunal de Grande Instance de Bordeauxheeft bij brief van 9 januari 2019 de volgende garantie gegeven:
Garantie de retour” en de tekst sluit aan bij de vraagstelling van het Openbaar Ministerie. De rechtbank verwerp het verweer.
8.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a OLW
- Frankrijk heeft – middels de uitvaardiging van het EAB – kenbaar gemaakt de opgeëiste persoon te willen vervolgen;
- de bewijsmiddelen zijn voorhanden in Frankrijk;
- de mededaders zijn in Frankrijk vervolgd;
- de verdovende middelen zijn in Frankrijk inbeslaggenomen;
- het onderzoek is in Frankrijk aangevangen;
- de zitting heeft reeds in Frankrijk plaatsgevonden.
9.Detentieomstandigheden: heropening van het onderzoek
Bordeaux-Gradignan– waar de opgeëiste persoon blijkens de aanvullende informatie van het
Parquet du TGI de Bordeauxvan 9 januari 2019 zal worden gedetineerd – niet voldoet aan de eisen van artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest). Ter onderbouwing heeft de raadsman ter zitting stukken aan de rechtbank overgelegd, waaruit kan worden afgeleid dat in deze instelling sprake is van een overbevolking van (ongeveer) 171,95 procent bij de mannen.
Nîmes(zie de uitspraak van deze rechtbank van 30 mei 2017 (ECLI:NL:RBAMS:2017:3763))
–geen CPT-rapport is verschenen over de detentieomstandigheden in detentie-instelling
Bordeaux-Gradignan. Op grond van het vertrouwensbeginsel moet worden aangenomen dat Frankrijk er zorg voor zal dragen dat de opgeëiste persoon in
Bordeaux-Gradignaneen menswaardige behandeling zal krijgen. Er is onvoldoende concrete informatie door de verdediging aangevoerd op grond waarvan aanleiding bestaat te veronderstellen dat hieraan niet zal kunnen worden voldaan. De officier van justitie verzet zich dan ook tegen aanhouding van de behandeling van de zaak om nader onderzoek te verrichten naar de detentieomstandigheden waarin de opgeëiste persoon terecht zal komen.
Bordeaux-Gradignanzijn gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld, afgemeten aan het beschermingscriterium van de door het Unierecht en met name door artikel 4 van het Handvest – dat overeenkomt met artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) – gewaarborgde grondrechten.
Bordeaux-Gradignanzijn gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld. De thans beschikbare gegevens – en in het bijzonder de gegevens afkomstig van het
Observatoire International des Prisonsmet betrekking tot de overbevolking in de detentie-instelling in
Bordeaux-Gradignan– geven echter, gelet op het absolute karakter van het in artikel 4 van het Handvest en artikel 3 van het EVRM neergelegde verbod van een onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, wel aanleiding het onderzoek in deze zaak te heropenen en de behandeling van de vordering aan te houden om nadere gegevens te verkrijgen van de Franse uitvaardigende autoriteit teneinde de vraag naar het bestaan van genoemd reëel gevaar te kunnen beantwoorden.
Bordeaux-Gradignanzijn gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld, afgemeten aan het beschermingscriterium van de door het Unierecht en met name door artikel 4 van het Handvest gewaarborgde grondrechten.
10.Beslissing
Bordeaux-Gradignanzijn gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld, afgemeten aan het beschermingscriterium van de door het Unierecht en met name door artikel 4 van het Handvest gewaarborgde grondrechten.