Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- aan de zijde van [eiser] : [zoon] (zijn zoon) met mr. Hoekstra,
- aan de zijde van de Verzekeraars: mr. Liauw-A-Joe.
2.De feiten
“Ik heb (…) met cliënt gesproken en hij stemt er mee in dat wij het gesprek aangaan met de curatoren van Heiploeg om af te tasten wat de mogelijkheden zijn voor een minnelijke regeling c.q. wat de range zou moeten/kunnen zijn van een dergelijke regeling.
Neemt u het voortouw om het voorstel voor een dergelijke bespreking aan de curatoren voor te leggen en globaal af te spreken wanneer deze zou kunnen plaatsvinden? Desgewenst ben ik vanzelfsprekend ook bereid om dat op mij te nemen. (…)”.
“ (…) zoals mogelijk bij u bekend heeft Heiploeg een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor haar bestuurders, waaronder dhr. [eiser] . Vooralsnog heeft dhr. [eiser] nog geen aanspraak gemaakt op deze verzekering. Vanuit de verzekeraar wordt mij nu gevraagd om met u contact op te nemen om af te stemmen of een aanspraak nog zal volgen.
Zou u of dhr [eiser] kunnen bevestigen dat er geen aanspraak wordt gemaakt op de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering van Heiploeg namens dhr. [eiser] ?”
“(…)
Die aansprakelijkheidsstelling is al weer lange tijd geleden afgewezen, onder meer omdat er nogal wat schortte aan de onderbouwing ervan. De curatoren hebben hun vermeende claim nadien nog altijd niet nader onderbouwd.
[eiser] gaat vanzelfsprekend geen afstand van enig recht doen ten aanzien van de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. Aangezien theoretisch de kans bestaat dat de curatoren alsnog met een beter onderbouwde claim zouden komen, behoudt [eiser] zich het recht voor om op een later moment nog aanspraak te maken op de rechten voortvloeiende uit de verzekering.
3.Het geschil
- het verloop van de onderhandelingen met de curatoren over de schikking
4.De beoordeling
Is aan deze voorwaarden voldaan, dan is degene die over de stukken beschikt op grond van art. 843a lid 4 Rv toch niet verplicht aan de vordering te voldoen als daarvoor gewichtige redenen zijn, of als redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.