Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
TéVé Partners B.V.en
TéVé Holland B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 april 2018;
- de akte houdende overlegging producties van Nordisk van 27 juni 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 16 januari 2019, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 23 april 2019, met de daarin vermelde (proces)stukken,
- de reacties op het proces-verbaal.
2.De feiten
Our team has conducted the largest ever national search for people who claim to have psychic abilities. The eight finalists all think they have extra sensory perception – and we put them to the test in a series of challenges at locations all over the country.
A panel of sceptics forensically analyse each test to ensure fair play at all times, and a jury of twelve watches the psychics in action.
(…)
Introduction
1.Definitions
As you know TéVé Partners assigned Zodiak Rights [RDF Rights; de rechtbank] as world wide sales representative of this format. Zodiak Rights will report to TéVé Partners. (…)”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
challengeswaren en dat hij en [medewerker Tévé 1] samen hebben besproken hoe die
challengeseruit moesten zien. Hij heeft een aantal voorbeelden genoemd van zijn bijdrage aan het format, bijvoorbeeld dat er moest worden gewerkt met taken met gesloten enveloppen, waarop helderzienden hun hand moesten legden, dat er moest worden gewerkt met een symbolische prijs en dat helderzienden moesten werken met een voorwerp waaraan diepe gevoelens verbonden waren.
joint ownervan het format wordt genoemd. Dat blijkt onder meer uit de format bible (zie hiervoor onder 2.6), de e-mail van [medewerker Tévé 2] van 6 oktober 2010 (zie hiervoor onder 2.12) en het persbericht van RDF Rights (zie hiervoor onder 2.11). Dit persbericht is weliswaar van RDF Rights maar heeft [medewerker Tévé 2] zonder commentaar aan Nordisk gezonden en op internet geplaatst. Verder zijn er in 2008 en 2009 productie- en distributieovereenkomsten gesloten met TV Norge voor [naam format 2] , waarin ook is opgenomen dat TéVé Partners en Nordisk de gezamenlijke eigenaren van het format zijn. Datzelfde geldt voor twee niet-ondertekende distributieovereenkomsten tussen TéVé Partners en Nordisk. Een en ander betekent dat in diverse stukken, deels van TéVé Partners/TéVé Holland zelf afkomstig, telkens Nordisk, zowel richting Nordisk zelf als richting derden, als de mede-eigenaar van format wordt aangeduid, hetgeen in de gegeven omstandigheden erop duidt dat Nordisk mede-rechthebbende is. Gedurende geruime tijd heeft TéVé Partners althans TéVé Holland immers ofwel zelf uitingen verspreid ofwel niet opgetreden tegen uitingen van derden waarin Nordisk als mede-rechthebbende wordt gepresenteerd. Deze uitingen dragen dus bij aan het bewijs van de stelling van Nordisk dienaangaande. Een verdere onderbouwing kan worden gevonden in de omstandigheid dat Nordisk delen van de exploitatie-opbrengst van het format heeft ontvangen en dat in de distributieovereenkomst met RDF Rights uit 2006 is bepaald dat ook toestemming van Nordisk vereist is voor exploitatie in bepaalde landen (zie hiervoor onder 2.10). Voor zover de hiervoor bedoelde uitingen geen juiste weergave van de auteursrechtelijke verhoudingen zouden zijn, is er geen overtuigende verklaring gegeven waarom deze vermelding in al deze uitingen desalniettemin werd gehanteerd of waarom hiertegen niet is opgetreden. De door [medewerker Tévé 2] gegeven verklaring dat er slechts onverplicht en met het oog op de goede relatie credits zijn opgenomen en betalingen aan Nordisk zijn verricht, overtuigt niet. Juist bij een televisieproducent die zich bedrijfsmatig bezig houdt met het exploiteren van formats had het voor de hand gelegen dat dan een daartoe strekkend voorbehoud kenbaar zou zijn gemaakt.
I had many conversations with [medewerker Nordisk] about how “psychic powers” demonstrated in [naam format 1] could be developed. In dialogue I suggested making it a competitive format as such formats, such as Pop idol etc were in vogue at the time. (…)
Nordisk’s involvement, with their experience of working with psychics was a help in persuading Channel 5 that the concept was viable which is why [medewerker Nordisk] s credit appeared on the UK production. (…)
The format bible was written down by me and is a description of the format and how it works in considerate detail (…)
To sum up – Nordisk, in the person of [medewerker Nordisk] , was an important support partner with a practical background knowledge but the actual artistic vision that made [naam format 2] a copyrightable television format format was mine. (…)”
nietslaagt in het leveren van tegenbewijs, komt vast te staan dat Nordisk voor 50% mede-auteursrechthebbende op het format is. Voor een andere verdeling (dan 50/50) heeft geen van partijen voldoende concrete feiten gesteld. In afwachting van eventuele bewijslevering, houdt de rechtbank iedere verdere beslissing over de vorderingen die hierop zijn gebaseerd aan. Daarbij merkt de rechtbank volledigheidshalve op – tussen partijen is dit ook niet in geschil – dat ingeval van het niet slagen van het tegenbewijs moet worden aangenomen dat sprake is van het gemeenschappelijk auteursrecht dat de ene deelgenoot zelfstandig tegenover de andere deelgenoot kan handhaven (vgl. deze rechtbank 21 september 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:5983).
welslaagt in het leveren van tegenbewijs, komt de rechtbank toe aan de subsidiaire grondslag. Om proceseconomische redenen zal hierop nu al worden beslist.
handshake dealin Cannes een
partnerschipzijn aangegaan voor toekomstige projecten. Deze deal zou zijn gemaakt toen het format er nog niet was.
handshake dealzou zijn voor toekomstige projecten, betekent nog niet dat kan worden vastgesteld dat partijen zijn overeengekomen dat TéVé Partners/TéVé Holland het auteursrecht voor dit concrete format voor de helft zou overdragen aan Nordisk, nog afgezien van de vraag of een dergelijke mondelinge overeenkomst mogelijk is gelet op artikel 2 Aw en de vraag of een hierop gebaseerde vordering in deze procedure kan worden ingesteld. Hetgeen in dit verband overigens is aangevoerd, behoeft gelet hierop geen bespreking meer. Een en ander betekent dat indien de curator slaagt in het leveren van tegenbewijs, de vorderingen van Nordisk zullen worden afgewezen.