Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Osnabrück(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
31 mei 2019 een mobiele telefoon in beslag is genomen.
4.Bevoegdheid van de uitvaardigende justitiële autoriteit
Verwaltungsgericht Wiesbaden.Deze rechter heeft aan het HvJ EU onder meer de vraag heeft voorgelegd of een (bestuurs)rechter bij die rechterlijke instantie een onpartijdige rechterlijke instantie is als bedoeld in artikel 267 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) in samenhang met artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. De zaak die hier aan de orde is, gaat over EAB dat is uitgevaardigd door een (straf)rechter in een
Amtsgericht. De rechtbank ziet, evenals de officier van justitie, in deze prejudiciële vraag daarom geen aanleiding tot twijfel aan de bevoegdheid van deze uitvaardigende autoriteit om een EAB uit te vaardigen. De rechtbank verwerpt het verweer dan ook.
5.Strafbaarheid
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
Staatsanwaltschaft Osnabrückheeft op 17 juli 2019 de volgende garantie gegeven:
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
8.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Amtsgericht Osnabrück;