Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
- de brief van de griffier van deze rechtbank ([ ]) van 8 maart 2019;
- het verzoek tot wraking zoals neergelegd in een brief van mr. Lasschuit van 11 maart 2019;
- de schriftelijke reactie van de rechter op het verzoek tot wraking;
- de pleitnota van mr. Lasschuit ten behoeve van de zitting van de wrakingskamer van 23 mei 2019.
1.Feiten
om zich bij akte (uitlating productie) uit te laten overuitsluitend(de ontvangst van) dit e-mailbericht met de daarin genoemde bijlagen. (…)”
“
Productie 17 tot en met 29 en de toelichting daarop worden niet aangemerkt als een reactie op de akte met productie van gedaagde en worden daarom buiten beschouwing gelaten. De goede procesorde vergt dat gedaagde de gelegenheid krijgt om te reageren (…) op de producties 13 t/m 16 van de antwoordakte waarbij geldt dat geen nadere producties meer in het geding mogen worden gebracht.”
2.Het verzoek en de gronden daarvan
3.De reactie van de rechter
4.De gronden van de beslissing
4.3 De wrakingskamer overweegt hierover het volgende. Vooropgesteld wordt dat een rechter een ruime mate van vrijheid heeft in het nemen van (procedurele) beslissingen. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen brengt mee dat een rechterlijke (tussen)beslissing als zodanig nimmer grond kan vormen voor wraking: wraking is geen verkapt rechtsmiddel. De Wrakingskamer komt geen oordeel toe over de juistheid van de (tussen-)beslissing noch over een verzuim te beslissen. Dat oordeel is voorbehouden aan de rechter die in geval van de aanwending van een rechtsmiddel belast is met de behandeling van de zaak in hoger beroep. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen verzet zich evenzeer ertegen dat de motivering van de beslissing grond kan vormen voor wraking, ook indien het gaat om een onjuiste, onbegrijpelijke, gebrekkige of te summiere motivering of om het ontbreken van een motivering. Dit is uitsluitend anders indien de motivering van de (tussen-)beslissing in het licht van alle omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven gemeten – bijvoorbeeld door de in de motivering gebezigde bewoordingen – niet anders kan worden verstaan dan als blijk van vooringenomenheid van de rechter die haar heeft gegeven (zie HR 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1413).
- wijst het verzoek tot wraking af;
- bepaalt dat de procedure met nummer 7111347 CV EXPL 18-16966 wordt hervat in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek.
K.A. Brunner, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 juni 2019.