Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[verzoeker 1] ,
2.[verzoeker 2] ,
- het proces-verbaal terechtzitting van 18 april 2019 met daarin de gronden tot wraking en met daaraan gehecht de pleitaantekeningen – deel 2 van mr. Dekens, de pleitaantekeningen-wraking van mr. Dekens en de pleitaantekeningen van mr. Van Gaalen;
- de beschikking op het bezwaarschrift ex artikel 182 lid 6 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van verzoeker [ ] d.d. 14 november 2017.
1.De feiten
De raadsman heeft ter terechtzitting namens verdachte aangegeven dat hij niet één van de personen op de foto is. De raadsman voert echter geen concrete feiten of omstandigheden aan waaruit dit zou moeten blijken en op grond waarvan daarom een gezichtsvergelijkend onderzoek zou moeten plaatsvinden. Daar komt bij dat de foto op pagina 150 van het dossier naar het oordeel van de rechtbank relatief duidelijk is.
omdat alle vragen op dit moment voldoende beantwoord zijn door de inhoud van de oorspronkelijke processen-verbaal van herkenning en het aanvullende proces-verbaal van 16 april 2019. De verdediging kan de betrouwbaarheid van de herkenningen betwisten bij pleidooi. De rechtbank ziet geen verdedigingsbelang bij het horen van deze getuigen.”