Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 maart 2019 in de zaak tussen
[eiseres] , te Den Haag, eiseres,
het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
14 februari 2017 50 extra uren (Blok A) toegekend. Op 25 april 2017 heeft verweerder opnieuw 47 (Blok B) extra uren toegekend. Op 1 september 2017 zijn wederom 15 extra uren toegekend (Blok C). Op 9 januari 2018 heeft verweerder laatstelijk 23 extra uren toegekend (Blok D). Eiseres heeft tot dan toe 135 extra uren vergoed gekregen.
“De werkzaamheden van het bezwaar vallen onder het bereik van onderhavige toevoeging, doch de werkzaamheden met betrekking tot het beroep niet. Daarvoor dient een nieuwe toevoeging afgegeven te worden.”Ook hiermee heeft verweerder vertrouwen gewekt dat in ieder geval de werkzaamheden van het bezwaar onder deze toevoeging vallen, aldus eiseres. Daarnaast voert eiseres aan dat verweerder niet alle feiten en omstandigheden heeft meegenomen in de belangenafweging. Eiseres betoogt dat zij onevenredig hard wordt getroffen in haar belangen door de weigering van de extra uren. Eiseres is door het stelselmatige pesten van haar ex-werkgever ziek geworden, waardoor zij niet heeft kunnen werken na haar scheiding. Zij heeft hierdoor schulden opgebouwd en kan geen advocaat betalen. In de zaak van eiseres zijn telkens extra uren toegekend. Als zij had geweten dat de uren niet meer zouden worden toegekend, dan had zij direct aangestuurd op een minnelijke schikking, ongeacht het financiële resultaat. Tot slot voert eiseres aan dat verweerder in strijd heeft gehandeld met het motiveringsbeginsel door het herzieningsverzoek ten onrechte door te sturen naar de commissie als bezwaarschrift.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2019.