Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
mr. M. van der Linden, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. K.H.T. van Gijssel, naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
[aangever 3] en/of [aangever 4] op 30 september 2018 door met een vuurwapen, dan wel een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [aangever 3] te richten en op het hoofd te zetten en te zeggen: “als je mijn hondje raakt, dan maak ik je dood”, en met dat wapen/voorwerp in de nabijheid van [aangever 3] en [aangever 4] te schieten;
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
6.Bewijs
7.De strafbaarheid van de feiten
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
10.Beslag
- een geldbedrag van € 580,- (itemnummer: 5659477);
- Munt € 5,- (itemnummer: 5659530);
- Revolver van het merk Smith & Wesson (itemnummer: 5659541).
11.De benadeelde partijen
12.Vordering tot tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling
13.Toepasselijke wettelijke voorschriften
14.Beslissing
niet-ontvankelijk in de strafvervolging.
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
de teruggave aan verdachtevan:
- een geldbedrag van € 580,- (itemnummer: 5659477);
- Munt € 5,- (itemnummer: 5659530);
onttrokken aan het verkeer:
[aangever 5]niet-ontvankelijk in zijn vordering.
[persoon] namens Nationale Politie, Eenheid Amsterdam, toetot een bedrag van
€ 5,-(zegge vijf euro).