Uitspraak
the Regional Courtin Szczecin (Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak 7 februari 2019
4.Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
hierna: HvJ) van 25 juli 2018 inzake LM, C-216/18 PPU (
hierna: het
- dat sprake is van structurele of fundamentele gebreken wat betreft de rechterlijke macht van Polen, die de onafhankelijkheid van de rechterlijke instanties van Polen in gevaar brengen;
- dat daardoor een reëel gevaar dreigt dat het grondrecht op een eerlijk proces in de kern wordt aangetast;
- dat om die reden concreet en nauwkeurig moet worden beoordeeld of er in de omstandigheden van het specifieke geval zwaarwegende en op feiten berustende gronden zijn om aan te nemen dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering het gevaar zal lopen om geen eerlijk proces te krijgen;
- dat de uitvaardigende justitiële autoriteit daarom wordt uitgenodigd tot een dialoog zoals in het arrest beschreven in paragraaf 76 tot en met 78, teneinde een actueel en concreet beeld te krijgen van de stand van zaken inzake de bescherming van de waarborg van rechterlijke onafhankelijkheid op het niveau van de rechterlijke instanties in Polen die bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen.
Sąd Okręgowy w Szczecinie(
Regional Court in Szczecin) de vragen beantwoord.
Sąd Okręgowy w Szczeciniezijn beantwoord.
- in de rechtbanken in Szczecin (
- in beide gerechten wordt in strafzaken geen uitspraak gedaan door
- vanaf het moment van de invoering van wetswijzigingen in 2017 zijn er geen disciplinaire procedures geweest tegen presidenten, vice-presidenten en hoofden van de gerechtelijke afdelingen in de regio Szczecin. Er zijn drie disciplinaire procedures geweest tegen rechters. Twee daarvan hadden betrekking op commune delicten (rijden onder invloed en oplichting). De derde had betrekking op een ambtelijke overtreding, namelijk het verwijderen van een document uit het archief. Deze rechter is bestraft met een tijdelijke reductie van zijn salaris en is nog steeds werkzaam;
common lawrechtbanken veranderde niets aan de beginselen van bezoldiging van voorzitters van rechtbanken en rechters. Zij blijven ongewijzigd sinds 2009;
kunnenhebben op het niveau van de rechterlijke instanties van Polen die bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen, eveneens bevestigend.
- Association of Judges “Themis”:
- KOS (The Justice Defence Committee):
Szczecinie.
- in het licht van de specifieke zorgen die de opgeëiste persoon tot uitdrukking heeft gebracht en de eventueel door hem verstrekte inlichtingen - zwaarwegende en op feiten berustende gronden zijn om aan te nemen dat hij een reëel gevaar loopt dat zijn grondrecht op een onafhankelijk gerecht zal worden geschonden en derhalve dat zijn grondrecht op een eerlijk proces in de kern zal worden aangetast, gelet op zijn persoonlijke situatie, de aard van het strafbare feit waarvoor hij wordt vervolgd en de feitelijke context die aan het Europees aanhoudingsbevel ten grondslag ligt. Daarbij moet naar het oordeel van de rechtbank worden meegewogen wat bekend is geworden bij de beantwoording van de eerste en de tweede vraag.
Sąd Rejonowy w Szczecinieen de
Sąd Okręgowy w Szczecinie, die bevoegd zijn voor de strafprocedure waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen in Polen.
Sąd Rejonowy w Szczecinieen de
Sąd Okręgowy w Szczecinienegatief
zalworden beïnvloed door de eerder genoemde gebreken die in het kader van de eerste en de tweede vraag zijn vastgesteld.
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsartikelen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Courtin Szczecin (Polen) ten behoeve van het in Polen tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.