Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
L. Vermeulen. Samenvattend komen de deskundigen tot de conclusie dat verdachte lijdt aan schizofrenie met gedesoriënteerdheid van gedrag en denken en dat hij een paranoïde vertekening van de werkelijkheid heeft. Daarnaast is er sprake van een stoornis in het gebruik van cannabis. De schizofrene stoornis kent een duurzaam patroon en was daarom ook aanwezig ten tijde van de tenlastegelegde feiten. Verdachte was ten tijde van het tenlastegelegde psychotisch vanuit de schizofrene stoornis. Hij had het idee dat hij werd belaagd door onbekenden op straat. Hij was ervan overtuigd dat één van de slachtoffers een vuurwapen bij zich had en voelde zich bedreigd en angstig. Verdachte was bovendien onder invloed van cannabis. Dit kan de paranoïde vertekening hebben versterkt. De deskundigen schatten in dat verdachte geen inzicht had in deze beïnvloeding en adviseren daarom hem de feiten niet toe te rekenen.
7.De maatregel
TBS-behandeling in een voorwaardelijk kader mogelijk is. Verdachte heeft echter geen enkel ziektebesef en zelfinzicht en hij is niet gemotiveerd voor een behandeling. Het is eerder ook niet gelukt om een behandeling op te starten, omdat verdachte zich niet aan afspraken hield. De deskundigen zien daarom als enige optie de TBS-maatregel met dwangverpleging.
8.Beslag
9.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
10.De vordering tot tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling
28 februari 2018 van de politierechter van de rechtbank Overijssel (locatie Zwolle), waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien weken, met bevel dat een gedeelte van deze straf, zeven weken, niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op twee jaren bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Ook bevindt zich bij de stukken een geschrift waaruit blijkt dat de mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering aan verdachte per post is toegezonden.
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
terbeschikkingstellingvan verdachte en beveelt dat hij van
overheidswegewordt verpleegd.
- 1 STK navigator TomTom (5549958)
- 1 STK statief TomTom (5549959)
- 1 STK vest (5553260)
- 1 STK jas Patria Madrini (5549961)
- 1 STK schoenen Adidas (5549962)
- 1 STK shirt (5549964)
- 1 STK jas Adidas (5549966)
- 1 STK broek Jack en Jones (5549967)
- 1 STK pet (5549969)
- 2 STK kantoorbenodigdheden elastiek (5549960)
- 1 STK broek Adidas (5549963)
van een bedrag van € 6.246,38 (zesduizendtweehonderdzesenveertig euro en achtendertig cent), bestaande uit € 2.246,38,- (tweeduizendtweehonderdzesenveertig euro en achtendertig cent) materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het vonnis (19 maart 2019) en € 4.000,- (vierduizend euro) immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het feit (27 maart 2018).
van een bedrag van € 3.750,- (drieduizendzevenhonderdvijftig euro), bestaande uit € 750,- (zevenhonderdvijftig euro) materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het vonnis (19 maart 2019) en € 3.000,- (drieduizend euro) immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het feit (27 maart 2018).