Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Ter zitting waren aanwezig eiser, zijn echtgenote, mrs. Schaap en Th.O.M. Dieben.
3.Het geschil
I. gedaagden ieder voor zich met onmiddellijke ingang te verbieden om via welk medium dan ook de voornaam en achternaam van eiser te noemen en/of de sectie Arbeidsrecht van de UvA te noemen en/of het portret van eiser af te beelden;
II. op straffe van een dwangsom van € 50.000,- voor iedere dag dat het onder I. gevorderde verbod wordt overtreden;
III. met veroordeling van NRC in de kosten van dit geding en in de nakosten.
4.De beoordeling
980,00