Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiseres sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
Follow the Moneyop 24 september 2018 over [eiseres sub 1] onderzoek verricht naar de verschillende ondernemingen van [eiseres sub 1] en [naam bestuurder] , in verband met mogelijke belangenverstrengeling.
‘Er is geen betalingsachterstand. Er loopt geen juridische procedure. Beslaglegging wordt doorgaans gebruikt als drukmiddel (…) De gegrondheid van beslag wordt eerst in de hoofdzaak door een rechter beoordeeld. Deze hoofdzaak is niet aanhangig gemaakt door RiSource B.V. Het beslag vervalt indien de eis in de hoofdzaak niet wordt aangebracht (…) Ik heb verder geen behoefte om nader in te gaan op uw vragen(…).
‘De meeste van uw vragen betreffen [bedrijf] en [eiseres sub 2] . Deze vragen kan ik niet beantwoorden. Zie hieronder de antwoorden op uw overige vragen.
Klopt het dat er onlangs beslag is gelegd op drie rekeningen van SBR en [eiseres sub 1] voor 921.638,77 euro?
U heeft bij herhaling gesteld dat u sinds 1 februari 2014 exclusief werkzaam bent als advocaat bij [advocatenkantoor] . Hoe verhoudt zich dit tot (…) het actief optreden namens een organisatie als [bedrijf] ?
on the recordwil verklaren. Quote schrijft dat [informant 1] software heeft verkocht aan [bedrijf] , waarvoor in 36 termijnen van € 18.500,- zou worden betaald, dat de betalingen te laat en niet volledig werden gedaan, en dat deze werden voldaan uit verschillende BV’s (o.a. [advocatenkantoor] , [eiseres sub 2] en [holding 1] ). Hij heeft met [naam bestuurder] , maar ook met [eiseres sub 1] gecorrespondeerd over de betalingsachterstand.
related stories.
3.Het geschil
4.De beoordeling
on the recordheeft verklaard, en Quote heeft de beschikking over het beslagdossier en een groot aantal e-mailberichten tussen [eiseres sub 1] en verschillende partijen. De titel “Geldeiser legt beslag op bedrijf VVD-senator [eiseres sub 1] ” is feitelijk juist: [informant 1] heeft immers beslag gelegd ten laste van [eiseres sub 2] voor een vordering die door de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag is begroot op ruim € 900.000,-. Dat het beslag reeds van rechtswege was vervallen op het moment dat het artikel werd gepubliceerd maakt de uitlating nog niet misleidend. Bovendien heeft Quote dit feit al op 16 maart 2019 bekend gemaakt. Ook de stelling van [eiseres sub 1] dat RiSource geen vordering had op haar of [eiseres sub 2] , maakt niet dat Quote in strijd met de waarheid heeft gepubliceerd. [informant 1] pretendeert immers een vordering te hebben, en is daarin niet de enige. De strekking van het artikel is dat de beslaglegging past in het beeld van wanbetaling door [eiseres sub 1] en de vennootschappen van haar en haar echtgenoot. Daarover is al eerder gepubliceerd (zie hiervoor onder 2.7) en de door Quote in dit geding aangehaalde bronnen bieden daarvoor voorshands voldoende steun (zie hierna onder 4.8). [eiseressen] heeft nog gesteld dat de eigendomsverhoudingen binnen de ‘ingewikkelde kluwen van tien BV’s’ eenvoudig uit het register van de Kamer van Koophandel zijn af te leiden. Dat maakt echter nog niet dat Quote zich misleidend heeft uitgelaten. Uit de stukken blijkt immers dat het voor verschillende leveranciers allerminst duidelijk is hoe de verhoudingen binnen de BV’s liggen, althans Quote stelt dat de formele verhoudingen (die uit het register zijn af te leiden) geen recht doen aan de feitelijke situatie, waarin [eiseres sub 1] een cruciale rol speelt. Gelet op het grote aantal (door Quote overgelegde) e-mailberichten die [eiseres sub 1] heeft verzonden over de vorderingen waarmee zij naar eigen zeggen niets van doen heeft, vindt ook deze uitlating voldoende steun in de feiten.
Dat moet u vragen aan [bedrijf] en [eiseres sub 2]’ en ‘
De meeste van uw vragen betreffen [bedrijf] en [eiseres sub 2] . Deze vragen kan ik niet beantwoorden’. Quote heeft echter uitgebreide correspondentie overgelegd tussen [informant 1] en [eiseres sub 1] over de kwesties waarop de vragen van Quote aan haar betrekking hebben. Daaruit kan worden geconcludeerd dat [eiseres sub 1] in ieder geval op de hoogte was van het geschil met [informant 1] en het gelegde beslag, en dat zij met dat geschil ook bemoeienis heeft gehad. Door op de herhaalde vragen van Quote vage en ontwijkende antwoorden te geven heeft [eiseres sub 1] in ieder geval de onduidelijkheid over haar positie niet weggenomen. Eerder kan worden gezegd dat zij door zo te handelen de boodschap van het artikel, dat [eiseres sub 1] onvoldoende onderscheid maakt tussen haar verschillende functies en ondernemingen, heeft bevestigd. Voorts heeft zij zelf de onduidelijkheid in de hand gewerkt door onder haar eigen naam (vanaf het adres
[e-mailadres], en niet als advocaat) te corresponderen met [informant 1] over zijn gestelde vordering, en door vorderingen van RiSource te betalen vanuit de verschillende vennootschappen gevestigd aan de [adres] , waaronder ook vanuit [advocatenkantoor] . Dit staat haar vanzelfsprekend vrij en betekent nog niet dat haar handelen niet door de beugel kan, maar waar het hier om gaat is dat dit handelen vragen oproept. [eiseres sub 1] had zich kunnen realiseren, gelet op haar positie als kamerlid en zeker gezien de eerdere publicaties, dat haar handelen onder een vergrootglas ligt. Dat zij van de mogelijkheid om hierover uitleg te geven slechts beperkt gebruik heeft gemaakt kan zij vervolgens niet aan Quote tegenwerpen. Voor zover [eiseres sub 1] dat wel heeft gedaan heeft Quote haar reactie verwerkt in het artikel.
980,00