Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Gliwice(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
the Regional Courtin Gliwice de vragen beantwoord.
the Regional Courtin Gliwice ook deze vragen beantwoord.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak van 25 januari 2019
4.Onschuldverweer
5.Artikel 6, vijfde lid, van de OLW
6.Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
hierna: HvJ) van 25 juli 2018 inzake LM, C-216/18 PPU (
hierna: het arrest).
- dat sprake is van structurele of fundamentele gebreken wat betreft de rechterlijke macht van Polen, die de onafhankelijkheid van de rechterlijke instanties van Polen in gevaar brengen;
- dat daardoor een reëel gevaar dreigt dat het grondrecht op een eerlijk proces in de kern wordt aangetast;
- dat om die reden concreet en nauwkeurig moet worden beoordeeld of er in de omstandigheden van het specifieke geval zwaarwegende en op feiten berustende gronden zijn om aan te nemen dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering het gevaar zal lopen om geen eerlijk proces te krijgen;
- dat de uitvaardigende justitiële autoriteit daarom wordt uitgenodigd tot een dialoog zoals in het arrest beschreven in paragraaf 76 tot en met 78, teneinde een actueel en concreet beeld te krijgen van de stand van zaken inzake de bescherming van de waarborg van rechterlijke onafhankelijkheid op het niveau van de rechterlijke instanties in Polen die bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen.
the Regional Courtin Gliwice.
De antwoorden die zijn overgelegd zien op de strafzaken van andere opgeëiste personen. De rechtbank vraagt daarom zekerheidshalve of de rechterlijke instantie(s) waarop de antwoorden zien bevoegd is/zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen.
De rechtbank heeft behoefte aan gegevens ten aanzien van ieder van de rechterlijke instanties die concreet bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen. Wat betreft de reeds verstrekte informatie geldt daarbij, dat de beantwoording met betrekking tot de vragen A2 en A3 ziet op de District Court/Regional Court die mogelijk de zaak zal gaan behandelen. Zijn er meerdere rechterlijke instanties bevoegd om te oordelen over de zaak van deze opgeëiste persoon, bijvoorbeeld na het instellen van beroep in alle voornoemde gevallen? Zo ja, dan verzoekt de rechtbank dat de vragen ook voor deze instanties worden beantwoord.
Regional Court, een
District Court, een
Appellate Courten een
Supreme Courtbevoegd zijn.
concreetbevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon (in eerste aanleg en in hoger beroep) zal worden onderworpen blijkt uit dit antwoord echter niet.
the Regional Court in Gliwice, the District Court in Gliwiceen
the District Court in Ruda Śląska.
the Regional Court in Gliwice, the District Court in Gliwiceen
the District Court in Ruda Śląskanog andere instanties zijn die in deze zaak bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon (in eerste aanleg én in hoger beroep) zal worden onderworpen, is het verzoek van de rechtbank om voor die instanties de hierna genoemde vragen te beantwoorden.
- Association of Judges “Themis”:
- KOS (The Justice Defence Committee):
kunnenhebben op het niveau van de rechterlijke instanties van Polen die bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen, op zichzelf bevestigend kan worden beantwoord.
the Regional Court in Gliwice, the District Court in Gliwiceen
the District Court in Ruda Śląskanog andere instanties zijn die in deze zaak bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon (in eerste aanleg én in hoger beroep) zal worden onderworpen, merkt de rechtbank daarbij nog het volgende op.
verstrekken van ‘written remarks’ door de Minister van Justitie? Zo ja, wat was
hiervoor de aanleiding?
Zo ja, op welke grond en met welke uitkomst?
7.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd;