In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 11 april 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een distributeur van Herbalife en de onderneming zelf. De eiser, een distributeur die al bijna 20 jaar actief is, vorderde dat Herbalife de opzegging van zijn distributieovereenkomst zou intrekken. Herbalife had de overeenkomst opgezegd omdat de eiser het Marketingplan jarenlang zou hebben gemanipuleerd. De eiser stelde dat de opzegging nietig was, omdat deze in strijd was met het mededingingsrecht en dat er geen gegronde opzeggingsgrond was. Hij voerde aan dat hij altijd in overeenstemming met de gedragsregels had gewerkt en dat de opzegging onterecht was.
De voorzieningenrechter oordeelde dat Herbalife voldoende zwaarwegende gronden had voor de opzegging van de overeenkomst. De rechter concludeerde dat de eiser het Marketingplan had gemanipuleerd door orders te laten plaatsen via een 'down-line Member', wat in strijd was met de gedragsregels van Herbalife. De rechter weigerde de gevraagde voorzieningen en veroordeelde de eiser in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor distributeurs om zich aan de gedragsregels van hun organisatie te houden en de gevolgen van schendingen daarvan.