Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 april 2018 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 21 november 2018, waarin een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 21 februari 2019 en de daarin genoemde stukken,
- de brief naar aanleiding van het proces-verbaal van 4 maart 2019 van mr. Frans (Park Plaza c.s.),
- de brief naar aanleiding van het proces-verbaal van 5 maart 2019 van mr. Van Gameren ( [eiser] ).
2.De feiten
Explanatory booklet for employees(hierna te noemen: de Informatiefolder) over het Optieplan toegezonden die, voor zover hier relevant, luidt als volgt:
‘existing [option] plan’.
3.Het geschil
primair:hoofdelijke veroordeling van Park Plaza c.s. tot betaling van € 1.039.984,--, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 9 januari 2019,
subsidiair:veroordeling van Park Plaza c.s. tot uitgifte van alle aandelen in PPHE Limited waarop [eiser] conform zijn optiecertificaat recht heeft, tegen betaling door [eiser] van 550 pence per aandeel, op straffe van een dwangsom,
primair en subsidiair:veroordeling van Park Plaza c.s. tot vergoeding aan [eiser] van alle schade die hij lijdt, heeft geleden of nog zal lijden als gevolg van de weigering van Park Plaza c.s. om de aandelen uit te geven, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag waarop [eiser] de schade heeft geleden,
primair en subsidiair:een verklaring voor recht dat Park Plaza c.s. jegens [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten,
primair en subsidiair:veroordeling van Park Plaza c.s. in de proceskosten en nakosten.
4.De beoordeling
Grondslag van de vordering en toepasselijk recht
“The Option was granted (…) under the rules of the Park Plaza Hotels Limited Executive Share Option Plan (…)”weliswaar een verwijzing naar de Rules, maar tegelijkertijd is in dit certificaat de bepaling opgenomen dat
“ (…) the Optionholder agrees to be bound by the provision of rules 12.4 to 12.8 inclusive and rule 12.13 of the Plan.”. De laatstgenoemde bepaling doet vermoeden dat slechts deze Rules op het optiecertificaat van toepassing zijn, aangezien alleen zij expliciet zijn vermeld. Daarbij komt dat niet is gebleken dat de Rules ten tijde van de totstandkoming van het optiecertificaat aan [eiser] zijn overgelegd, waardoor hij destijds van de inhoud van Rules 6.3 en 6.5 geen kennis kon nemen. Uit hetgeen [eiser] ter zitting heeft verklaart blijkt dat hij zich niet kan herinneren dat hij deze artikelen destijds heeft gelezen. Uit de overgelegde correspondentie blijkt voorts dat de Rules pas op 18 september 2017 op verzoek van de advocaat van [eiser] aan hem zijn verstrekt. Het had op de weg van Park Plaza c.s. gelegen om de Rules bij toekenning van de optierechten aan [eiser] te overhandigen of om deze mee te sturen in de e-mail van 9 november 2007. Het verweer van Park Plaza c.s. dat [eiser] een hooggeplaatste functionaris was, die als zodanig toegang had tot alle benodigde informatie (waaronder de Rules), doet daar niet aan af. Door [eiser] is voldoende gemotiveerd weersproken dat hij zich bezig zou houden met de juridische kant van zaken rondom de beursgang, door erop te wijzen dat zijn werkzaamheden uitsluitend waren gericht op de operationele kant ervan. Ook het feit dat [eiser] zich liet bijstaan door een advocaat, brengt niet met zich dat hij om die enkele reden geacht wordt bekend te zijn met de Rules.
1.629,00(3 × tarief € 543,00)