Uitspraak
Circuit Court in Opole(Polen) en het strekt tot de aanhouding en overlevering van:
gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats detentie] ,
1.Procesgang
De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.M.C.J. Baaijens, advocaat te Utrecht en door een tolk in de Poolse taal.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.
3.Grondslag en inhoud van het EAB
District Court in Brzeg(Polen) van 3 juli 2018 (referentie: II Kp 119/18).
4.Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Onschuldverweer
Hetgeen naar voren is gebracht heeft betrekking op bewijsvoering en daarvoor is de overleveringsprocedure niet bedoeld, al was het alleen maar omdat de overleveringsrechter niet beschikt over kennis van het Poolse strafdossier en niet bekend is met de resultaten van het Poolse opsporingsonderzoek. De opgeëiste persoon heeft dan ook niet aanstonds ter zitting kunnen aantonen dat hij het feit onmogelijk kan hebben gepleegd/onschuldig is. Het verweer slaagt niet.
6.Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
- dat sprake is van structurele of fundamentele gebreken wat betreft de rechterlijke macht van Polen, die de onafhankelijkheid van de rechterlijke instanties van Polen in gevaar brengen;
- dat daardoor een reëel gevaar dreigt dat het grondrecht op een eerlijk proces in de kern wordt aangetast;
- dat om die reden concreet en nauwkeurig moet worden beoordeeld of er in de omstandigheden van het specifieke geval zwaarwegende en op feiten berustende gronden zijn om aan te nemen dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering het gevaar zal lopen om geen eerlijk proces te krijgen;
- dat de uitvaardigende justitiële autoriteit daarom wordt uitgenodigd tot een dialoog zoals in het arrest beschreven in paragraaf 76 tot en met 78, teneinde een actueel en concreet beeld te krijgen van de stand van zaken inzake de bescherming van de waarborg van rechterlijke onafhankelijkheid op het niveau van de rechterlijke instanties in Polen die bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen.
25 februari 2019 en 28 februari 2019.
in Polen wordt verdacht, dan zal hij in eerste aanleg worden berecht door
the Regional Court in Opoleen door
the Court of Appeal in Wrocławin hoger beroep;
- als gevolg van de inwerkingtreding van de wet inzake de organisatie van de gewone rechtbanken is op vrijdag 15 december 2017, na werktijd, per fax een vicepresident van de
- de Minister van Justitie heeft op 9 november 2017 de vicepresident en op
- bij
Regional Court in Opolekonden drie rechters die voor pensioen in aanmerking kwamen, toch tot hun 70ste blijven werken;
- in de
- strafzaken worden willekeurig door middel van een IT-systeem aan rechters toegewezen;
Regional Court in Opoleis verlaagd door de Minister van Justitie. Daarnaast heeft de Minister van Justitie nieuwe richtlijnen opgesteld voor de berekening van toelages voor rechters die de positie van ‘
court division presidents and vice-presidents’ bekleden;
Wrocław Court of Appealdisciplinaire procedures gestart. In twee gevallen zijn de procedures gestart op basis van een beslissing van ‘
the Vice Disciplinary Officer of Common Court Judges’ als gevolg van een ‘
gross and obvious breach of procedural law’. In één geval is de procedure gestart op basis van een beslissing van ‘
the Vice Disciplinary Officer of Common Court Judges’ wegens het begaan van een strafbaar feit als bedoeld in artikel 177, eerste lid, van de Poolse
Criminal Code.
21 maart 2019 van de
High Court of Justice Queen’s Bench Division, Divisional Courtin Londen (hierna: de High Court), (opmerking Rechtbank: die ziet op de
Regional Court in Warsawen de
Zielona Gora Circuit Court) waarin de overlevering aan Polen van twee Poolse opgeëiste personen is toegestaan. De officier van justitie heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat niet aan de derde stap van het toetsingskader is voldaan. Er is geen informatie door de opgeëiste persoon verstrekt op basis waarvan kan worden geconcludeerd dat in dit concrete geval de opgeëiste persoon geen eerlijk proces krijgt na overlevering aan Polen. De overlevering van de opgeëiste persoon kan dan ook worden toegestaan.
- Association of Judges “Themis”:
- KOS (The Justice Defence Committee):
- in het licht van de specifieke zorgen die de opgeëiste persoon tot uitdrukking heeft gebracht en de eventueel door hem verstrekte inlichtingen - zwaarwegende en op feiten berustende gronden bestaan om aan te nemen dat de opgeëiste persoon een reëel gevaar loopt dat zijn grondrecht op een onafhankelijk gerecht zal worden geschonden en dat daardoor zijn grondrecht op een eerlijk proces in de kern zal worden aangetast, gelet op zijn persoonlijke situatie, de aard van het strafbare feit waarvoor hij wordt vervolgd en de feitelijke context die aan het Europees aanhoudingsbevel ten grondslag ligt. Daarbij moet worden meegewogen wat bekend is geworden bij de beantwoording van de eerste en de tweede vraag.
zijnrecht op een eerlijk proces zijn op het niveau van de gerechten die bevoegd zijn voor de strafprocedure waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen in Polen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Circuit Court in Opole(Polen) ten behoeve van het in Polen tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.