Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Judge of the Liverpool and Knowsley Magistrates’ Court(Verenigd Koninkrijk) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Liverpool and Knowsley Magistrates’ Courtvan 30 mei 2017.
4.Strafbaarheid
5.Brexit en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
6.Detentieomstandigheden in het Verenigd Koninkrijk en artikel 4 van het Handvest
- het jaarverslag 2017-18 van
- een
- het verslag van de
- het verslag van de
- een dringende kennisgeving van 16 augustus 2018 van de
- een dringende kennisgeving van 12 september 2018 van de
- het verslag van de
- het verslag van de
- een dringende kennisgeving van 17 januari 2018 van de
- een dringende kennisgeving van 30 mei 2018 van de
- een overzicht van het Britse Ministerie van Justitie van 31 januari 2019, getiteld:
urgent notificationprocedure) om alsnog de gedane aanbevelingen na te komen. Deze procedure is onder meer gevolgd bij HMP Wormwood Scrubs, HMP Nottingham, HMP Birmingham, HMP Exeter en HMP Bedford. De dringende kennisgevingen zien in de meeste gevallen op geweld en onveiligheid binnen de instellingen, maar in het geval van HMP Birmingham en HMP Bedford ook nadrukkelijk op de huisvesting en gebrek aan zinvolle activiteiten. Bij drie detentie-instellingen, waaronder HMP Birmingham is vermeld dat de persoonlijke ruimte per gedetineerde ligt tussen de 3 en 4 m². Ook in HMP Liverpool is sprake van overbevolking, slecht onderhoud, slechte hygiëne en een gebrek aan zinvolle activiteiten.
HM Chief Inspector of Prisons for England and Wales, de onderliggende rapporten en dringende kennisgevingen dergelijke objectieve, betrouwbare, nauwkeurige en naar behoren bijgewerkte gegevens betreffen. De rechtbank is verder van oordeel dat deze documenten bewijzen bevatten voor het hiervoor bedoelde reële gevaar ten aanzien van in elk geval drie detentie-instellingen, te weten HMP Birmingham, HMP Bedford en HMP Liverpool. Onder verwijzing naar de jurisprudentie van het EHRM, in het bijzonder het arrest van 20 oktober 2016, met kenmerk: 7334/13 (Muršić/Kroatië), is de rechtbank van oordeel dat vanwege de geconstateerde beperkte individuele ruimte en onvoldoende compenserende omstandigheden een reëel gevaar bestaat dat detentie in genoemde detentie-inrichtingen in strijd komt met artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
7.Beslissingen
SCHORSThet onderzoek ter zitting voor onbepaalde tijd om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de hierboven geformuleerde vragen aan de uitvaardigende autoriteit voor te leggen.