Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
District Judge (Magistrates’ Court) sitting at Westminster Magistrates’ Court(het Verenigd Koninkrijk) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
warrant for arrest issued by Staines Magistrates Court on 9th September 2015.
4.Strafbaarheid
5.Detentieomstandigheden: Brexit
no-deal Brexitzal volgen en dat het Verenigd Koninkrijk vanaf 30 maart 2019 niet langer een lidstaat van de Europese Unie zal zijn. Aldus kan vanaf dat moment niet langer aan het Verenigd Koninkrijk worden overgeleverd, maar zal de uitleveringsprocedure van kracht worden. Evenmin kan de opgeëiste persoon zich vanaf die datum beroepen op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest). Volgens de raadsman is nu sprake van een andere situatie dan aan de orde was in het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) van 19 september 2018 (C-327/18 PPU). Voor het geval de rechtbank van oordeel zou zijn dat de overlevering niet dient te worden geweigerd, heeft de raadsman (subsidiair) verzocht nieuwe prejudiciële vragen te stellen. Meer subsidiair heeft de raadsman de rechtbank verzocht de behandeling van de zaak aan te houden tot na 29 maart 2019, teneinde te kunnen vaststellen of inderdaad sprake is van een zogenaamde harde
Brexit.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsartikelen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
District Judge (Magistrates’ Court) sitting at Westminster Magistrates’ Courtten behoeve van het in het Verenigd Koninkrijk tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.