Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
[verzoekster]
[verweerder]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
De noodzakelijkheid van de veranderingen en de gestelde effecten, die in feite door werknemer niet zijn weersproken c.q. weerlegt, maken dat wij vinden dat u redelijkerwijs het besluit tot een nieuwe indeling/opsplitsing van de onderneming hebt kunnen nemen.(…)Concluderend is ons niet aannemelijk geworden dat door de nieuwe indeling/opsplitsing van de organisatie ook de arbeidsplaats van werknemer komt te vervallen.
Aldus is voldoende aannemelijk geworden dat de functie van verweerder is komen te vervallen doch dat zijn werk op doelmatige wijze is toebedeeld aan andere werknemers van verzoekster. Het verweer dat verzoekster ten onrechte een beroep deed op de ontslaggrond van artikel 7:669 lid 3 onder a BW en dat er geen redelijke grond voor reorganisatie is faalt derhalve.(…)Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is niet aannemelijk geworden dat verzoekster herplaatsingsinspanningen heeft verricht terwijl serieuze herplaatsingsmogelijkheden die verweerder heeft aangedragen niet voldoende gemotiveerd zijn afgedaan door verzoekster.
Gisteren heb ik je gebeld om te vragen hoe het met je gaat na je operatie en met je herstel. Tevens wilde ik de uitspraak van de rechtszaak en de vervolg stappen met je bespreken. Jij gaf aan dat je momenteel nog lastig praat en daarom heb je mij verzocht om per mail naar jou reageren. (…) Naar aanleiding van de uitspraak van de rechter die aangeeft dat je functie is komen te vervallen en dat er nog niet voldoende inspanningen verricht zijn waar jij bij betrokken bent geweest om je te herplaatsen, wil ik graag een afspraak met je inplannen om verdere invulling te geven aan je dienstverband. Daarnaast volgen wij de uitspraak en wil ik tijdens dat gesprek hier op kantoor te Utrecht ook de mogelijke vacatures die op onze “werken bij [verzoekster] ” pagina open staan met je doornemen. Uiteraard kan dit gesprek pas plaatsvinden als je voldoende hersteld bent.
Zoals je zelf ook aangeeft ben ik nog herstellende van een ingrijpende operatie. De komende weken zal ik dan ook niet in de gelegenheid zijn om hieromtrent met jou in gesprek te treden. Zodra de bedrijfsarts oordeelt dat ik in staat ben om te praten over mijn re-integratie en herplaatsingsmogelijkheden kunnen we een afspraak inplannen. Vooruitlopend op deze afspraak wil ik alvast opmerken dat ik in ieder geval in aanmerking kom voor de positie van [naam 3] . Het is, gelet op het feit dat [naam 3] en ik vóór 1 januari 2018 hetzelfde profiel hadden (allebei accountmanager), onbegrijpelijk dat ik niet eerder ben benaderd voor de positie van BU-manager.
Vandaag heb ik werknemer telefonisch gesproken. Momenteel is hij arbeidsongeschikt voor zijn functie (…). Tevens is er sprake van een verstoring in de arbeidsverhouding aanwezig die de reintegratie belemmert. (…) Ik acht werknemer momenteel tot een gesprek in staat.
Naar aanleiding van je tweede operatie ben ik benieuwd hoe het met je gaat? Je zou mij laten weten wanneer je in gesprek zou kunnen, maar tot op heden heb ik nog niets van je vernomen. Ik zou graag een afspraak met je willen inplannen om te kijken naar mogelijke vacatures voor je.Op 7 april 2018 reageerde [verweerder] daarop onder meer met:
Het eerdere oordeel van de bedrijfsarts- dat ik volledig arbeidsongeschikt ben maar wel in gesprek kan met [verzoekster] – is logischerwijs door al deze nieuwe ontwikkelingen niet meer actueel. Zodra ik wel in staat ben tot een gesprek zal ik dit meteen bij je melden en kunnen we een afspraak maken.Daarop reageerde [verzoekster] weer op 13 april 2018:
Ondanks het feit dat wij dus zijn doorgegaan met inspanningen om jouw herplaatsing te laten slagen, zien wij vooralsnog geen passende functies. De vrijgekomen, meest recente vacatures in maart en april zijn evenmin passend te noemen. (…)Nog even voor de duidelijkheid: herplaatsing en arbeidsongeschiktheid zijn twee verschillende zaken. Dat hebben wij je eerder al uitgelegd. Overigens heeft de bedrijfsarts aangegeven dat hij je tot een gesprek in staat acht – waarvan jij aangeeft het er niet mee eens te zijn. Let wel: dat gaat echter over jouw werkhervatting. En niet over jouw herplaatsingsmogelijkheden en jouw eigen rol hierin.
De werknemer wordt door de bedrijfsarts als arbeidsongeschikt beschouwd voor zijn functie. Uit de overlegde stukken blijkt dat werknemer gezien de ernst en aard van de beperkingen nog niet in staat is probleemoplossende gesprekken te voeren. Ook heeft de werknemer aannemelijk gemaakt dat er op dit moment in redelijkheid en billijkheid nog geen inspanningen met betrekking tot de re-integratie van de werknemer kunnen worden gevergd. Werknemer werkt adequaat aan zijn herstel.
16 maart 2018 door [verzoekster] ingestelde beroep tegen de hiervoor genoemde beschikking van de kantonrechter. Het hof overwoog onder meer:
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van het hof onvoldoende komen vast te staan dat binnen [verzoekster] omstandigheden bestaan of bestonden die no(o)p(t)en tot het treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsvoering, laat staan maatregelen die noodzakelijkerwijs leid(d)en tot het structureel vervallen van de arbeidsplaats van [verweerder] . (…) Nu niet kan worden gesproken van een redelijke grond (…) dient het ontbindingsverzoek van [verzoekster] (…) te worden afgewezen. (…)Nu (…) wordt geoordeeld dat van een redelijke grond (…) geen sprake is, ligt het verzoek van [verweerder] tot wedertewerkstelling weer voor. Het hof is van oordeel dat onduidelijk is gebleven wat de huidige functie van [verweerder] inhoudt, of zijn oude functie nog bestaat alsook – gelet op het feit dat [verweerder] op enig moment in 2017 op verzoek van [verzoekster] zijn werkzaamheden meer met het accent op Sales is gaan verrichten – welke werkzaamheden [verweerder] schaart onder de functie van Accountmanager. Daarnaast valt niet uit te sluiten dat er zich inmiddels wijzigingen binnen de organisatie van [verzoekster] hebben voorgedaan die maken dat [verweerder] de door [verzoekster] aangeboden werkzaamheden redelijkerwijs niet kan weigeren. Waar [verweerder] (met toepassing van de nadere criteria zoals neergelegd in het arrest van de Hoge Raad van 11 juli 2008, LJN BD1847, [partijnamen] ) een redelijk voorstel van [verzoekster] met betrekking tot de door hem te verrichten werkzaamheden dient op te volgen, dient [verzoekster] [verweerder] tot de in redelijkheid op te dragen werkzaamheden toe te laten. Op grond van het voorgaande bestaan te veel onduidelijkheden over de door [verweerder] te verrichten werkzaamheden zodat zijn verzoek tot toelating tot de werkzaamheden in de functie van Accountmanager niet op straffe van een dwangsom kan worden toegewezen.
Uit het advies van de bedrijfsarts volgt onder meer dat je in staat bent het gesprek met [verzoekster] aan te gaan om tot een voor beide partijen passende oplossing voor het conflict te komen. Zolang het conflict voortduurt, zijn de re-integratieverplichtingen in arbeid beperkt – maar kennelijk wel mogelijk.(…)Binnen [verzoekster] is herplaatsing (gelet op het vervallen van jouw voormalig functie en de ontstane verstoring) uitgesloten. (…) Ofschoon [verzoekster] geen resultaat kan garanderen, zal zij zich blijven inspannen om jouw herplaatsing binnen [verzoekster] als concern te laten slagen. (…) [verzoekster] zal in dat kader opnieuw onderzoeken of er passende functies beschikbaar voor je zijn, dan wel binnen een redelijke termijn beschikbaar komen. (…) Wil jij ook uiterlijk volgende week (i) jouw bevindingen op de vacaturesite en (ii) een ge-update- versie van jouw CV naar [naam 4] toesturen?
Hoewel [verzoekster] dit betreurt, kan zij niet anders dan beamen dat de arbeidsverhouding blijvend en duurzaam verstoord is geraakt. Gelet op de aard en ernst van de verstoring biedt terugkeer binnen [verzoekster] geen uitkomst, nog los van het feit dat binnen [verzoekster] jouw functie niet meer bestaat en er geen vervangende werkzaamheden voor je zijn.Van [naam 1] kreeg ik overigens de beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 10 juli 2018 toegestuurd. Uit jouw e-mail van 24 december jl. begrijp ik dat jij en [verzoekster] van mening verschillen over de inhoud van deze uitspraak. Volgens [verzoekster] overweegt het Hof niet dat jouw arbeidsplaats binnen haar onderneming nog bestaat. De conclusie in jouw e-mail dat jouw functiedus
niet is komen te vervallen en dat herplaatsingderhalve
niet aan de orde is, deelt [verzoekster] daarom niet. Sterker nog: jouw verzoek tot wedertewerkstelling is om diezelfde reden door het Hof afgewezen.Van [naam 1] heb ik desalniettemin begrepen dat wij eventuele mogelijkheden binnen [verzoekster] als concern voor je willen blijven verkennen. (…) Wij hebben echter nog geen ge-update cv van jou mogen ontvangen. (…) Ik zal [naam 4] vragen om de vacatures te bekijken, hierover intern te overleggen en te bezien of er passende functies voor je zijn dan wel op korte termijn vrijkomen.
Verzoek en verweer
€ 562.268,39 vanwege ernstig verwijtbaar handelen van [verzoekster] . [verzoekster] is ondanks de beslissing van het hof blijven aandringen op herplaatsing elders binnen haar organisatie. Ook heeft zij haar re-integratieverplichtingen veronachtzaamd, door steeds aan te dringen op herplaatsingsactiviteiten terwijl [verweerder] daartoe niet in staat was. Tenslotte is [verzoekster] haar herplaatsingsverplichtingen niet nagekomen, aldus [verweerder] .
Beoordeling
ontbinding
billijke vergoeding
binnen dat kadermocht van hem worden verwacht dat hij zich zou aanpassen en mogelijk wijzigingen van die arbeid zou accepteren. Dat is echter iets anders dan akkoord gaan met herplaatsing in een andere functie, laat staan als dat een functie buiten [verzoekster] B.V. zou moeten zijn, zoals door [verzoekster] werd benadrukt. Dat [verzoekster] zich op enig moment voorafgaand aan genoemde e-mails anders heeft opgesteld is gesteld noch gebleken en ligt overigens ook niet voor de hand. Van deze opstelling kan [verzoekster] een ernstig verwijt worden gemaakt. Dit klemt temeer omdat het voor [verweerder] na twee eerdere procedures evident van belang was te weten waar hij aan toe was. Bovendien spraken partijen over een te starten mediation en ook voor het slagen daarvan was van groot belang dat partijen een duidelijk en juist beeld hadden van wat de volgende stap zou zijn als de mediation zou leiden tot herstel van de verhoudingen. Daarmee is ook sprake van voldoende verband tussen het ernstig verwijtbaar handelen en het einde van het dienstverband. Er zal aan [verweerder] dan ook een billijke vergoeding worden toegekend.
einddatum, proceskosten, intrekkingsbevoegdheid
BESLISSING
€ 720,00 aan salaris gemachtigde;