Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Het bewijs
5.De strafbaarheid van het feit en van verdachte
6.Geen straf of maatregel
7.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Rechtbank Amsterdam
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is verdachte beschuldigd van medeplichtigheid aan de teelt van 353 hennepplanten. De zaak kwam voor de rechtbank na een melding van een inbraak op 11 oktober 2016, waarbij de politie in een woning in Amsterdam een hennepkwekerij aantrof. Verdachte was aanwezig in de woning en werd beschuldigd van het knippen van henneptoppen. Tijdens de zitting op 25 januari 2019 heeft de officier van justitie gesteld dat het subsidiair tenlastegelegde kan worden bewezen, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen kon worden dat verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van de hennepteelt, maar dat hij wel medeplichtig was aan het knippen van de henneptoppen. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was begaan en de rol van verdachte in de hennepkwekerij. Uiteindelijk werd besloten om geen straf of maatregel op te leggen, gezien de geringe rol van verdachte en de tijd die verstreken was sinds zijn aanhouding.