Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 april 2018,
- de akte houdende producties van de zijde van Remu c.s.,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 10 oktober 2018 waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 24 januari 2019 en de daarin genoemde stukken
- de brief van mr Regouw van 9 februari 2019 met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal van comparitie,
- de brief van mr. De Savornin Lohman van 13 februari 2019 met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal van comparitie.
2.De feiten
[Eneco Beheer, rechtbank]zal als koopprijs voor de Aandelen betalen aan de Verkopers
[Remu c.s., rechtbank](i) op de Leveringsdatum een bedrag van EUR 1.042.000.000 (…) en (ii) een overeenkomstig
Bijlage 2.3.avast te stellen Privatiseringsvergoeding (gezamenlijk de “
Koopprijs”).”
Bijlage 2.3.a
Privatiseringsvergoeding”) van ENECO Holding N.V. of een van haar dochtermaatschappijen of bedrijfsonderdelen voorzover deze meer dan 50% van de balanswaarde van de ENECO groep vertegenwoordigen (“
ENECO Holding”);
3.Het geschil
4.De beoordeling
7.712,00(2 punt × tarief € 3.856,00)