Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
laatst bekende verblijfadres in het buitenland: [verblijfadres] .
1.Het onderzoek ter terechtzitting
mr. F.E.A. Duyvendak.
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
,-. Vervolgens hebben verdachte en zijn mededader op het [adres] , dus op de openbare weg, een vuurwapen op één van de slachtoffers gericht toen zij met de politie belde.
De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij, zoals blijkt uit zijn verklaring, doelbewust naar Nederland is gekomen voor het plegen van dit strafbare feit met zijn mededader.
Overschrijding van de redelijke termijnBij de straftoemeting heeft de rechtbank in strafmatigende zin meegenomen dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is overschreden. In een zaak als de onderhavige geldt als uitgangspunt dat binnen een termijn van twee jaar na aanvang van de redelijke termijn vonnis dient te worden gewezen. De redelijke termijn vangt op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Uit het dossier volgt dat verdachte op 20 september 2016 is gehoord door de politie in Oostenrijk, welk verhoor plaatsvond op grond van een rechtshulpverzoek van de officier van justitie. Uit het arrest van de Hoge Raad van 22 december 2015 volgt dat een dergelijk verhoor moet worden aangemerkt als een daad van vervolging (ECLI:NL:HR:2015:3692). Dit betekent dat de redelijke termijn is aangevangen op 20 september 2016 en ten tijde van de uitspraak met 15 maanden is overschreden.
9. Toepasselijke wettelijke voorschrift
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstraf van 4 (vier) jaren.