Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
22 maart 2019.
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
bijlagebij dit vonnis zijn opgenomen, stelt de rechtbank vast dat de verdachte eenmaal met kracht met zijn vuist in het gezicht van de aangever heeft geslagen, waardoor deze achterover is gevallen en op zijn achterhoofd op de straat is gevallen. Het letsel dat de aangever als gevolg hiervan heeft opgelopen - een bloeding in de ruimte tussen de hersenen en de schedel en een schedelfractuur - kan, gelet op de huidige jurisprudentie [1] , worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
1 (één) week.
taakstrafbestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van
120 (honderdtwintig) uren,met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen.
€ 1.885,-(achttienhonderdvijfentachtig euro), bestaande uit € 885,- (achthonderdvijfentachtig euro) aan materiële schade en € 1.000,- (duizend euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 augustus 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 180,-(honderdtachtig euro).
€ 1.885,-(achttienhonderdvijfentachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
4 augustus 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening.
29 dagenvervangen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.