11.Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
1. Als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon enig goed aan de boedel onttrokken hebben, meermalen gepleegd en niet voldoen aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld.
2. Overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2:3a, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht, opzettelijk begaan, terwijl van het plegen van het misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
3. Overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, opzettelijk begaan, terwijl van het plegen van het misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
4. Overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, opzettelijk begaan, terwijl van het plegen van het misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 75 (vijfenzeventig) dagen, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van
150 (honderdvijftig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van
75 (vijfenzeventig)dagen.
Ontzet de verdachte ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde van de uitoefening van het beroep van bestuurder van een rechtspersoon voor de duur van 3 (drie) jaren.
verdachtevan de nummers 2 tot en met 9, 11 tot en met 59, 65 tot en met 109 op de lijst met in beslag genomen voorwerpen die als bijlage II aan dit vonnis is gehecht;
INGvan de nummer 60 en 61 op de lijst met in beslag genomen voorwerpen die als bijlage II aan dit vonnis is gehecht;
de RDWvan nummer 62 op de lijst met in beslag genomen voorwerpen die als bijlage II aan dit vonnis is gehecht;
de uitgevende instantievan de nummers 63 en 64 op de lijst met in beslag genomen voorwerpen die als bijlage II aan dit vonnis is gehecht;
Wijst de vordering van de benadeelde partij mr. M.C.J. Jonckers, curator in het faillissement van [naam B.V.] , toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 208.641,38 (zegge: tweehonderdachtduizend zeshonderdeenenveertig euro en achtendertig cent).
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B. Vogel, voorzitter,
mrs. P.P.C.M. Waarts en A.C.J. Klaver, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Cordia, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 december 2018.
Bijlage I – Tenlastelegging [verdachte]
Aan verdachte [verdachte] is ten laste gelegd dat
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 september 2014
tot en met 08 december 2015 te Amsterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging meer een ander of anderen, als bestuurder(s) of commissaris(sen) van een rechtspersoon, genaamd [naam B.V.] , welke B.V. bij vonnis van de Rechtbank Amsterdam op 08 december 2015 in staat van faillissement is verklaard, (telkens) ter bedriegelijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van [naam B.V.] ,
(telkens) een of meer lasten heeft verdicht en/of baten niet heeft/hebben verantwoord en/of goederen heeft/hebben onttrokken aan de boedel, immers heeft hij, verdachte (onder meer) en/of zijn mededader(s) - een of meer geldbedragen van in totaal een bedrag van (ongeveer) 208.641,38 euro (te weten het totaal van de contante opnames en onttrekkingen via de rekening van eenmanszaak [naam B.V.] , minus contant uitbetaalde personeelskosten) en/of
(telkens) niet heeft/hebben voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 15i, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of het te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld, immers heeft hij geen (volledige) administratie van [naam B.V.] opgemaakt en/of bijgehouden en/of de administratie van [naam B.V.] niet en/of niet geheel overhandigd aan de curator in het faillissement van [naam B.V.] ;
Subsidiair: [naam B.V.] ., welke rechtspersoon bij vonnis van de Rechtbank Amsterdam bij vonnis van 08 december 2015 in staat van faillissement is verklaard, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 september 2014 tot en met 08 december 2015 te Amsterdam en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of een of meer rechtsperso(o)n(en), (telkens) ter bedriegelijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van [naam B.V.] ,
(telkens) een of meer lasten heeft verdicht en/of baten niet heeft/hebben verantwoord en/of goederen heeft/hebben onttrokken aan de boedel, immers heeft hij, verdachte (onder meer) en/of zijn mededader(s)
- een of meer geldbedragen van in totaal een bedrag van (ongeveer) 208.641,38 euro (te weten het totaal van de contante opnames en onttrekkingen via de rekening van eenmanszaak [naam B.V.] , minus contant uitbetaalde personeelskosten) en/of
(telkens) niet heeft/hebben voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 15i, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of het te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld, immers heeft hij geen (volledige) administratie van [naam B.V.] opgemaakt en/of bijgehouden en/of de administratie van [naam B.V.] niet en/of niet geheel overhandigd aan de curator in het faillissement van [naam B.V.] ;
zulks terwijl verdachte tot bovenomschreven strafbare feiten/strafbaar feit opdracht heeft gegeven dan wel feitelijk leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging(en)
2. hij, in of omstreeks de periode van 28 april 2015 tot en met 29 april 2016 te Amsterdam en/of (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, zonder vergunning van De Nederlandsche Bank het bedrijf van betaaldienstverlener heeft uitgeoefend, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) bedrijfsmatig betaaldiensten verricht, door (o.a.) (telkens) opzettelijk, op verzoek van en/of ten behoeve van
- [naam bedrijf 1] en/of een groot aantal onbekend gebleven Soedanese boeren/personen en/of een of meer anderen, in elk geval een of meer betaler(s) en/of
- [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 4] en/of [naam bedrijf 5] , in elk geval een of meer begunstigde(n),
- een groot aantal geldbedrag(en) (in contanten) in ontvangst genomen, (in totaal ongeveer 934.540,- euro) en/of
- (vervolgens) die/een groot aantal geldbedrag(en) gestort op de bankrekening van [naam B.V.] . en/of de bankrekening van [verdachte] h/o [naam B.V.] eenmanszaak en/of
- (vervolgens) die/een groot aantal geldbedrag(en) (in totaal ongeveer 926.940,- euro) overgemaakt naar de bankrekening(en) van [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 4] en/of [naam bedrijf 5] ,
althans (telkens) een of meer geldtransfers, uitgevoerd, van welk misdrijf verdachte en/of zijn mededader(s) een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
3. hij, in of omstreeks de periode van 28 april 2015 tot en met 29 april 2016 te Amsterdam en/of (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als instelling, te weten als betaaldienstverlener, opzettelijk, in strijd met de verplichting geformuleerd in artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, geen dan wel onvolledig, cliëntenonderzoek heeft verricht, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk geen identiteit vastgesteld en/of gecontroleerd en/of geen uittreksel van de kamer van koophandel aangevraagd en/of gecontroleerd ten aanzien van een of meer (verrichte) transacties, althans in elk geval ten aanzien van twee contante stortingen/betalingen op 11 augustus 2015 met een gezamenlijke waarde van 15.000 euro, van welk misdrijf verdachte en/of zijn mededader(s) een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
4. hij, in of omstreeks de periode van 28 april 2015 tot en met 29 april 2016 te Amsterdam en/of (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als instelling, te weten als betaaldienstverlener, opzettelijk, in strijd met de verplichting, geformuleerd in artikel 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, een of meer (verrichte) ongebruikelijke transactie(s) niet onverwijld nadat het ongebruikelijke karakter van deze transactie(s) bekend is geworden heeft gemeld aan het meldpunt/de Financiële Inlichtingen eenheid, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s) opzettelijk geen melding gedaan van een groot aantal geldtransfers voor een bedrag van 2000,- euro of meer, van welk misdrijf verdachte en/of zijn mededader(s) een gewoonte heeft/hebben gemaakt;