Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 december 2018 in de zaak tussen
[verzoekster] te Amsterdam, verzoekster,
[verzoeker], te Amsterdam, verzoeker,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 december 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoekers, [verzoekster] en [verzoeker], hebben bezwaar gemaakt tegen de sluiting van hun Bed and Breakfast (B&B) door de gemeente Amsterdam. De gemeente had het pand gesloten vanwege het gebruik als logiesgebouw zonder de vereiste omgevingsvergunning en vanwege een brandonveilige situatie. De sluiting was in beginsel voor de duur van drie maanden. Tijdens de zitting op 18 december 2018 hebben de verzoekers hun bezwaren toegelicht, waarbij zij stelden dat zij inmiddels een plan van aanpak hadden ingediend om aan de brandveiligheidseisen te voldoen en dat de sluiting onnodig lang was.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aangetroffen situatie in het pand voldoet aan de definitie van een logiesgebouw, zoals omschreven in de wetgeving. De brandveiligheidseisen zijn niet nageleefd, wat de gemeente gerechtvaardigd heeft om spoedeisende bestuursdwang toe te passen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de sluiting van drie maanden niet onredelijk is, gezien de risico's voor de veiligheid van de gasten. De verzoekers hebben ook aangevoerd dat de sluiting hen dakloos zou maken, maar de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de gemeente niet de intentie had om hen dakloos te maken en dat terugkeer naar het pand mogelijk is als zij afzien van verhuur.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat het bestreden besluit in bezwaar waarschijnlijk stand zal houden. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.