ECLI:NL:RBAMS:2016:5725
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving van brandveiligheidseisen en gebruik als logiesgebouw
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 augustus 2016 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, eigenaar van panden in Amsterdam, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum van de gemeente Amsterdam. Dit besluit, genomen op 13 juni 2016, hield in dat verzoeker de last kreeg opgelegd om het gebruik van zijn panden als logiesgebouw/hotel te staken vanwege vlucht- en brandonveilige omstandigheden. Verweerder had bestuursdwang toegepast door de panden te sluiten voor een periode van drie maanden.
Tijdens de zitting op 11 augustus 2016 heeft de voorzieningenrechter de belangen van beide partijen afgewogen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat de uitkomst van de bezwaarprocedure niet kon worden afgewacht. De voorzieningenrechter constateerde dat de panden feitelijk als logiesgebouw werden gebruikt en dat dit in strijd was met de brandveiligheidseisen en het bestemmingsplan. Verzoeker had weliswaar betoogd dat hij niet op de hoogte was van het onrechtmatige gebruik door zijn huurder, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat dit niet betekende dat verweerder niet handhavend mocht optreden.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting van de panden voor drie maanden niet onredelijk was, gezien de noodzaak om de brandonveilige situatie te beëindigen. Verzoeker had de mogelijkheid om de sluiting eerder op te heffen door aan te tonen dat de panden op een rechtmatige wijze zouden worden gebruikt. Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenvergoeding of vergoeding van het griffierecht toegekend.